vrijdag 30 december 2011

Aux Pays-Bas

Na een paar maanden in Frankrijk begon ik steeds minder Nederlandse dingen te missen. Natuurlijk wenste ik soms wel weer om Nederlandse prijzen als ik op een terrasje zat, of om Nederlandse vertaling als ik in een restaurant niks van de menukaart kon maken, maar over het algemeen ging het me wel prima af.
Nu ik terug ben, besef ik dat het niet zozeer gewenning was waardoor ik niks miste. Ik was gewoon gaan vergeten wat er allemaal wàs om te missen. Nu ik weer terug ben, ga ik los in het genieten van Nederlandsheid en thuisheid (ja, dat zijn beiden woorden. Vanaf nu).

Ik ben weer heerlijk in mijn eigen huis, waar de woonkamer groot genoeg is om pirouettes in te maken. Waar de handdoeken heerlijk zacht zijn, en waar ik taksi kan drinken. Waar ik niet hoef te koken (al vind ik dat best leuk) en niet-diepvries-eten kan eten.
Ik hoef geen voorbeeld te zijn en kan mijn schoenen laten slingeren, mijn ellebogen op tafel zetten en alle gros mots* gebruiken die ik maar bedenken kan.

Nederland, wat heb ik je gemist. Het land van grote mensen, het land van Albert Heijn. Van HEMA, van goedkoop bier, van nuchterheid. Het land van oliebollen met oud&nieuw (die ik trouwens gewoon laat importeren naar Frankrijk), het land waar je kan fietsen zonder dat alle andere vervoersmiddelen (lees: hun chauffeurs) je dood willen hebben. Het land waar politie alleen komt opdagen als er ook echt iets aan de hand is.

Het land waar het ov zo gruwelijk duur is dat het voelt alsof er letterlijk een rib uit je lijf getrokken wordt, iedere keer als je een treinkaartje koopt. Waar de tram niet overal komt, maar de buschauffeur wel occasionally een stoepje meepakt. Waar uniformen niet gelijk staan aan autoriteit. Waar niemand 'pardon' zal zeggen, maar je wel omver zal beuken als je in hun weg staat. Waar mannen niet als norm voor je drankje betalen. Waar de 'gangsters' puisterige, blanke jongetjes van 13 zijn.

Nouja, terug naar Parijs dus. De trein vertrekt over 2 uur en ik pak mijn laatste dingen in. Nog zes maandjes en ik ben er weer.

zaterdag 24 december 2011

Ma famille française

Om in de liefdevolle kerstsfeer te blijven, een korte ode aan mijn Franse familie. Ik heb de afgelopen vier maanden een hoop vervelende verhalen gehoord (en verteld) over kinderen die niet luisteren, ouders die te veel werken, en dingen die niet lekker lopen. Toch weet ik heus wel dat ik hartstikke bof met mijn gezin. Pourquoi*?

Omdat ik ondanks het feit dat paps en mams veel en vaak werken toch een beetje een 'normaal' gezin heb. Het ene moment willen les jumeaux* elkaar de lift uittrappen, het volgende moment huppelen ze gearmd over straat. De ene dag worden de jongste twee de kamer van de oudste uitgeschreeuwd, de andere dag krijgen ze allebei een grote knuffel als hij uit school komt.
Met hun kinderlogica en gevoel voor gerechtigheid  komen ze vaak met de schattigste antwoorden op de proppen. Laatst kreeg Eliott een preek, de resultaten van zijn toetsweek voldeden niet aan zijn ouders eisen. Zijn zusje pikte het niet dat haar broer zo'n preek kreeg: 'Nou mam, ik heb laatst in het dictee ook vijf fouten gemaakt. Vijf! Daar zeg je ook niks over!'
Of de keer dat ik wilde gaan stofzuigen, en ik Robin waarschuwde dat de stofzuiger veel lawaai zou maken. 'Geeft niet' antwoordde hij bloedserieus. 'Dat doe ik ook wel eens'.

Ook met de ouders heb ik geboft. Ja, ze werken veel, maar als mijn hostmoeder thuis is wil ze ook echt tijd maken voor de kids. Niet alleen vraagt (en luistert!) ze geïnteresseerd naar alle kleine triviale feitjes van hun dag, ook neemt ze nog de tijd om te vragen hoe het met mij is, en hoe ik de dag vond gaan. Hostvader loopt me vaak te pesten met mijn eeuwig rode wangen, waardoor het toch weer een beetje voelt als Nederland-thuis. Soms gaat hij als verrassing koken, wat altijd resulteert in een superlekker diner. Sinds ik er wat van heb gezegd ruimt hij zelfs de keuken  op :)

Inmiddels heb ik ook al een oudtante en een oma ontmoet, die allebei erg vriendelijk waren èn rustig Frans spraken. Al met al: Mijn familie is top! De volgende au pair heeft de la chance* :)


Leer Frans met Eva
pourquoi - waarom
les jumeaux - de tweeling
la chance - het geluk

dinsdag 13 december 2011

La vie quotidienne - 13 december 2011

Dinsdag 13 december, mijn 111e dag in Parijs. Het wordt steeds lastiger om updates over 'het leven hier' te plaatsen, nu alles steeds meer een gewoonte wordt. Goed, ik doe toch een poging.
Hoe gaat het nu?

Kennis van Parijs:
Ik leer steeds meer arrondissementen kennen. In het begin bleef ik veel in mijn eigen arrondissement, erna waren het alleen de bekende arrondissementen waar shop- of uitgaansgelegenheden zaten, nu breid ik langzaamaan ook uit naar de arrondissementen waar je minder snel komt.

Inburgeringsproces:
Mijn eerste trimester op school is alweer bijna afgelopen. Ik heb een aantekeningenboek om te bewijzen hoeveel ik heb geleerd, en ik merk dat ik ook veel praktische dingetjes oppik. Ik kan nu ook bijna alle gros mots van de kinderen vertalen :)
Ik heb inmiddels ook eindelijk ieder transportmiddel van Parijs uitgeprobeerd: métro, tram, rer, normale trein, bus, nachtbus.. Oké, het enige wat ontbreekt is de fiets :) Da's voor als ik een keer héél veel lef heb.

Toeristenfactor:
Mijn lijst met dingen-die-ik-wil zien is nog steeds lang, dus ik blijf toeristendagjes houden. Ook door het bezoek (Anna, Anke, Rutger, en binnenkort mama, Mayra, Yorick, Jens, Nina en Michelle) zie ik nog behoorlijk wat van toeristisch Parijs.

Sociaal:
In de kliek van +30 Nederlandse au pairs zijn er een stuk of 5-10 waarmee het echt goed klikt, vooral meiden die er al vanaf het begin bij waren. Gek idee, daarvan gaan er een paar binnenkort alweer terug naar Nederland. Dat zal wel even wennen worden, maar gelukkig blijven er genoeg au pairs hier.
Naast au pairs leer ik ook andere mensen kennen via de school van mijn kids. Amerikanen en Engelsen die als 'native speakers' als bijbaantje een paar uur per dag met Franse kinderen omgaan, om zo hun niveau te verbeteren. Leuk bedacht systeem.

De kids:
Het gaat goed! Na ongeveer 2.5-3 maanden heb ik het idee dat mijn regels eindelijk volledig 'gegrond' zijn. Ze weten waar ze aan toe zijn met me, en ik met hen. Dat wil niet zeggen dat het nu opeens brave engeltjes zijn geworden, want het blijven natuurlijk kids, maar het gaat een stuk makkelijker dan in het begin.
Nu het weer slechter wordt en we gedwongen worden binnen te blijven, hebben we ook meer tijd om dingen samen te doen. Kleuren, armbandjes maken, of gewoon op de bank een film kijken. Ik vind het leuk dingen samen met ze te doen, met lekker weer spelen ze liever zelfstandig in het park terwijl ik een boek lees.

Heimweefactor:
Ik kom al bijna naar Nederland! De 23e zal ik weer voet zetten op Nederlandse bodem.
Het voelt heel dubbel. Ik ga naar 'huis', maar als ik 30 december terug ga naar Parijs ben ik weer 'thuis'. De stad is al echt mijn stad geworden, het is een gek idee dat ik zo weer naar mijn andere thuis ga.
Vanaf half december wordt het opeens druk met bezoek, dus tijd voor heimwee heb ik volgens mij na februari pas weer, als het bezoek ophoudt.

zaterdag 10 december 2011

Lancel

Rond alle toeristische plekken van Parijs heb je winkelstraten zitten. Daarin zitten niet zomaar winkels, maar dúre winkels. Eén van die winkels is Lancel, te vinden vlakbij de Opera.
Nu alle etalages extra mooi en kerst-ig zijn, werp ik graag een blik naar binnen bij winkels zoals Lancel. Een blik, want ik zou in mijn spijkerbroek en nek-zonder-diamanten nooit naar binnen durven stappen.

De winkel heeft de grootte van een flinke woonkamer, en in de winkel staan hooguit 20 tassen tentoongesteld. Om de tassen heen staan vier mannen. Mannen in pak. In dure, zwarte pakken, met donkerrode stropdassen met een merktekentje dat ik niet herken. De pakken zijn op maat gemaakt. De schoenen zijn gepoetst, de baarden weggeschoren, het haar gestyled. De mannen hebben allevier een oortje in, zodat ze met elkaar kunnen communiceren binnen de ruimte van 25m².

Af en toe kijken de manen op hun rolex of rommelen ze aan hun oortje. Eén man is de gastheer, hij draagt zo’n overdreven jasje met zwaluwstaart-achterkant. Wie binnenkomt, krijgt een knikje en een korte groet van de gastheer. De mond van de gastheer beweegt, en ik gok dat de potentiële koper welkom geheten wordt. Zeker weet ik het niet, want door het dikke glas dat volk van elite scheid is het lastig te horen.

Terwijl meneer en mevrouw Potentiele Koper rustig aan de tassen bekijken, komen de mannen in pak in beweging. Als aasgieren cirkelen ze nonchalant om meneer en mevrouw heen. Wanneer mevrouw een tas heeft gekozen en deze door haar ongelukkige man naar de kassa laat brengen, staan de mannen op scherp. Hun ogen flikkeren van de vrouw naar de deur, en terug. Alsof de vrouw op haar hakken van 12 centimeter ieder moment de tas kan grijpen en wegrennen.

Zodra de creditcard geaccepteerd wordt, ontspannen de mannen zich weer. Er wordt geglimlacht. De deur wordt voor ze opengehouden op hun weg naar buiten. Mevrouw wordt een bonne journée gewenst, meneer krijgt een meelevend knikje. Op naar de volgende klant.

maandag 5 december 2011

Hij komt, hij komt...

Het is 5 december, pakjesavond! Hoera! Het moment om alle (overgebleven) pepernoten uit de kast te halen en de chocomel op te warmen.
Alors, Sinterklaas en Français!

Afgelopen vrijdag, 2 december, hebben een andere au pair en ik op school een exposé* gehouden over Saint Nicolas. De klas viel bijna omver van verbazing toen ze hoorden hoe populair hij hier wel niet is. De enorme aankomst, het sinterklaasjournaal (c’est un vrai journal??*), de club van sinterklaas, de verklede kids op school en het feest van Sinterklaas in Ahoy. Ze vonden het allemaal incroyable. We hadden nog prachtige illustraties van Sint en Piet gemaakt op het whiteboard, een sinterklaasliedje gezongen, en zelfs pepernoten en taaitaai meegenomen. De les kon niet meer stuk.

Dat weekend ging de Sinterklaasheid verder. 4 december hebben we met de Nederlandse au pairs óók Sinterklaas gevierd. Normaal wordt er in kleine groepjes van 4-6 man afgesproken, maar voor Sinterklaas kwam plots iedereen opdagen. Met zijn twintigen in een woonkamer gepropt hebben we een dobbelspel gespeeld, waarin sommigen èrg fanatiek werden. Na een leuke avond en een boel pepernoten was ook dat weer voorbij.

Het ge-Sinterklaas ging echter verder! Mijn kinderen weten na 4 Nederlandse au pairs héél goed wie Sinterklaas is, en wat je moet doen om cadeautjes te krijgen: Braaf zijn en hard zingen. ‘C’est vrai qu’il a 300 ans*?’ vroegen ze met kinderlijke onschuld. Ja ja, het is al een héél oude man :) We hebben uit volle borst Sinterklaas Kapoentje gezongen (dankjewel aan de vorige au pairs, ze kenden de tekst al!), en nog een heleboel andere liedjes in het Frans en Engels. Nou, en opeens gingen ze direct naar bed hoor. ‘Gauw, we gaan tanden poetsen en slapen, anders komt hij misschien niet!’ Hoe de link wordt gelegd tussen vroeger gaan slapen en meer kans op cadeautjes vind ik leuk gevonden, hostmama vond het zeker  niet erg dat ze opeens razendsnel naar bed wilden.

Inmiddels zit ik op mijn kamer, een beetje aan mijn chocoladeletter te knabbelen. Hmm, nu zit ik op Pakjesavond toch wel weer alleen. Gelukkig vier ik alsnog Sinterklaas met mijn familie, als ik met kerst naar huis ga. Ha, het pepernoten eten wordt verlengd.
Dan nu nog maar eens Sinterklaasliedjes luisteren om in de sfeer te blijven.


Leer Frans met Eva
Exposé – spreekbeurt
C’est un vrai journal? – het is een echt journaal?
C’est vrai qu’il a 300 ans? – Is het waar dat hij 300 jaar oud is?

woensdag 30 november 2011

Mes amis à Paris

'10 maanden alleen naar Parijs, dat is toch wel wat', hoorde ik veel voor ik weg ging. 'Krijg je dan geen heimwee?'
Heimwee kon ik niet bepaald inschatten. Het idee dat ik 'alleen' in Parijs zou komen te zitten, heb ik nooit zo eng gevonden. Ik heb snel Nederlandse vrienden gemaakt, en ook de internationale kring wordt langzaamaan uitgebreid. Daarnaast importeer ik er flink op los.

Anna was de eerste die durfde naar Parijs te komen. Met een spotgoedkoop ticket van Eurolines is ze met de bus voor vier dagen op en neer gekomen. De ene dag veel lopen en lekker uit eten, de andere dag lekker rustig aan met thuis chillen, koken, en 's avonds naar de bioscoop.
Met Anke ging het nog rustiger aan. 'Ik kom voor jou, niet voor de stad', had ze gezegd. Prima! Weinig toeristendingen gedaan (al zijn we natuurlijk wel naar de Eiffeltoren geweest), en veel gehangen op terrasjes, bankjes, en lekker precies gedaan waar we op het moment zin in hadden. 's Avonds haalden we de chillheid van overdag in met stappen/kroegen, èn we zijn naar het wereldberoemde La Cantatrice Chauve geweest.
Afgelopen weekend waagde ook Rutger het erop hier te komen. Ha, als Parijsmaagd heb ik geprobeerd hem de hele stad door te sleuren voor de bekende plekken. De hele dag lopen (lekker, de Eiffeltoren, de Sacre coeur, en alle andere trappen in Parijs beklimmen) en de dag afsluiten met Happy Hour in cafés die voor mij ook weer nieuw waren. Van de mona lisa tot de kleine wijkjes, hij heeft volgens mij wel een overzichtje Parijs gekregen. Hij heeft zelfs een woord Frans geleerd :)

Na deze drie houdt het bezoekuur(jaar) nog niet op. Over een paar weken komt mijn moeder me opzoeken, vervolgens ga ik zelf naar huis om kerst met de familie (en vrienden thuis) te vieren. Vervolgens ga ik terug naar Parijs om oud & nieuw met de Parijse vrienden te vieren, en breng ik Mayra, Yorick en Jens daarvoor mee. Yorick en Jens maken er een weekendje van, maar Mayra blijft anderhalve week. Whoa, die gaat ècht heel Parijs zien (met mij buiten werkuren als uitstekende tourguide, uiteraard). Na die drie komt Nina nog langs, en ga ik in februari wéér naar huis voor een meeloopdag.
Ook Michelle en Emma komen nog een keer langs, en anderen zijn natuurlijk ook welkom.
Alleen zit ik tenminste niet.

woensdag 23 november 2011

Les garçons

‘Fransen houden van eten’, stond in mijn inburgerboekje. Het boekje verwoordde het misschien wat mooier, maar het kwam op hetzelfde neer. Ik geef Franse mensen groot, gróót gelijk. Wie zijn stad volpropt met restaurants, heeft maar van eten te houden.
Ook migranten houden spontaan van eten, na hun komst in Parijs. Waarom? Vanwege de obers.

Ze hebben hier namelijk nog echte obers. Zwarte broek, wit overhemd, zwart colbertje en een vlinderdasje. Obers met een snor en wenkbrauwen, precies zoals het hoort. Niet alleen zijn ze prachtig gekleed, ook zijn ze erg charismatisch. Snel rap Frans om aan te geven hoe ontzettend lekker ieder gerecht op de kaart wel niet is. En slijmen he, zo aan je tafel. Geweldig. Of je al een keus hebt kunnen maken, en dat de kok voor zo’n mooi meisje als jij extra zijn best zal doen. Je bord wordt neergezet met een overdreven mooi gebaar, en een ‘voila cherie*’.

Bij iedere gang verzinnen ze wat anders, les garçons. Je voorgerecht is een ‘voila cherie’, je hoofdgerecht een ‘Et pour la plus jolie fille du monde*.. *naam van gerecht*’, je nagerecht een knipoog, en tegen de tijd dat je af wil rekenen word je zo ongeveer om je telefoonnummer gevraagd (Nee echt, dat is me al eens gevraagd).

Vanaf het moment dat je een stap in een restaurant zet tot het moment dat je je voet over de drempel zet op weg naar huis, gaan ze door. Dat ze hopen dat ze je nog eens zien, en dat ze hopen dat je lekker hebt gegeten. Daarna wensen ze je met een knipoog nog een bonne soirée*, en dan ben je vrij om te gaan..

En dan vraagt het chagrijnige, matig geklede horecapersoneel van Nederland zich af waarom ze minder fooi krijgen :)


Leer Frans met Eva
Le garçon – de ober
Voila cherie – alsjeblieft liefje
La plus jolie fille du monde – het mooiste meisje van de wereld
Bonne soirée – fijne avond

zaterdag 19 november 2011

Ah, l'amour...

Parijs is de stad van de liefde. Jaarlijks trekken miljoenen stelletjes naar ‘mijn’ stad om de Eiffeltoren te zien schitteren, een slot aan de pont d’amour te hangen, en om vooral heel vaak ‘je t’aime’ te zeggen. Ook Parijs’ inwoners laten merken dat er maar al te veel liefde in deze stad zit. ‘Geloof je in de coup de foudre*?’ vraagt een kwijlende jongen op straat. Op willekeurige openbare plekken (parken, metro’s, bibliotheken) zijn stelletjes te vinden die zó in elkaar opgaan dat ze in ieder ander land gevraagd zouden worden een kamer te zoeken.

In mijn eigen familie is de liefde ook niet ver weg. Twee van mijn kids zijn inmiddels verliefd. Als hun au pair zijnde vind ik dat de hun amoureuses* de gelukkigste meisjes op aarde zijn, want welke jongens zijn nou leuker dan de mijne? ‘Elle est toute mignonne*!’ verklaarde de jongste al over zijn slachtoffer. Volgens hem zijn er ook héél wat jongens verliefd op mij. ‘Je t’ai vu*!’ roept hij minstens één keer per week. ‘Die jongen die net zo langsliep is verliefd op je, hij bleef je de hele tijd aankijken, kijk zo!’. Na de imitatie volgt een grote grijns. ‘En ik zag heus wel dat jij ook aan het kijken was hoor..’ Dat ik maar niet moet durven te ontkennen dat de jongen van net smoorverliefd op me is, en ik stiekem ook op hem.

De oudste pakt het wat subtieler aan. Zijn liefde is een gróót geheim. De gedachte dat zijn zusje erachter zou komen dat hij verliefd is en op wie… Nee, erger dan dat zou zijn leven niet kunnen worden. Hoewel dit dus een grand secret* moet blijven, kan hij het niet laten haar ter sprake te brengen. Niet heel vaak, hooguit één of twee keer. Misschien drie keer. Per minuut. De hele dag door. Niet dat ik het erg vind hoor, want c’est l’amour…

Mijn meisje heb ik nog niet gehoord, over de lieeeefde. Toen ik haar vroeg of zij soms óók verliefd was, keek ze me bijna boos aan. ‘Why do you say?’ vroeg ze me in haar prachtEngels. Néé, ze was niet verliefd. Toen haar broertje op een pesterig toontje begon te zingen dat ze wel verliefd was, kreeg hij een tik en het ‘verzoek’ zijn bek te houden. Zucht, en dan is het weer tijd om van geïnteresseerde naar strenge au pair te gaan.


Terug van weggeweest:
Leer Frans met Eva:
le coup de foudre - liefde op het eerste gezicht
les amoureuses - de meisjes waarop je verliefd bent
elle est toute mignonne - ze is superschattig
je t'ai vu - ik heb je gezien
un grand secret - een groot geheim

dinsdag 15 november 2011

Le supermarché

Parijs kent vele supermarkten. Geen Albert Heijn, geen Dirkson, en geen Hoogvliet. Wel hebben ze hier de 8 à 8 (die niet van 8 à 8 geopend is), de Carrefour, en de Dia. Wat hebben deze supermarkten allemaal in gemeen? Hun winkelpersoneel.

Wie rust wil vinden in een bruisende stad, gaat naar de kerk. Daar is het altijd stil en rustig. Iedereen is er kalm en loopt wat rond. De haast van de stad lijkt volkomen verdwenen te zijn.Wie niet zo religieus is aangelegd, kan naar de minder kerkige versie van kalmte gaan: de supermarkt. Het is er niet stil, het is er maar op bepaalde delen van de dag rustig, maar het is er alles behalve gehaast.

Dit geldt niet voor de klanten, want iedere vermoeide student, chagrijnige zakenman of door kinderen omgeven moeder die ik zie lijkt alleen maar zo snel mogelijk naar huis te willen. Het winkelpersoneel neemt echter alle tijd.

Zodra je je spullen op de band begint te leggen wachten ze rustig tot je minstens de helft hebt neergelegd, zodat ze erna tenminste kunnen ‘doorwerken’. Nou, doorwerken inderdaad. Met de extreme snelheid van één artikel per twintig seconden rossen deze mensen je artikelen over de scanner. Als je, wortel geschoten en mogelijk met baard, eindelijk mag betalen, is het verstandig om dit met een pinpas te doen. Ze zullen dan wel een kwartier de tijd nemen om de ‘pinnen’-toets in te drukken, maar het is beter dan het alternatief. Betaal contant en je kan je date van die avond wel afzeggen. Tergend langzaam zal het personeel je muntjes één voor één gaan opruimen. Heb je met briefgeld betaald? Ieder kreukje en vouwtje moet uit dat briefje voor het de kassalade ingaat. Wees niet verbaasd als je caissière opeens een strijkijzer tevoorschijn haalt om de klus te klaren.

Nadat je nog eens een halfuur op je wisselgeld hebt gewacht (het feit dat ze hier niet afronden helpt ook niet), kan je jezelf wel voor je kop slaan als je vraagt of je het bonnetje mag. Als in een enge film beweegt de hand van de caissière in slow motion naar je bonnetje. Uiterst zorgvuldig wordt het afgescheurd, bekeken, en aan je overhandigd. Het is nog nèt mogelijk om er een ‘merci, bonne journée’ uit te persen voor je woest de winkel uit stampt.

In een stad waar alles sneller en beter moet, werkt het supermarktpersoneel op dit tempo. Incroyable.

dinsdag 8 november 2011

La vie d'une jeune fille au pair

Au pair zijn is in veel opzichten een leuk leven hebben. Je werkt 30-35 uur per week in je stad naar keuze, zonder je zorgen te hoeven maken over de huur van die maand. Je hebt genoeg vrije tijd. Hoewel je zelfstandig leeft heb je toch een familie om op terug te vallen. Kortom, er zijn een hoop voordelen.

Helaas zijn er ook nadelen. Je werkt namelijk wel 30-35 uur in de week met kinderen. Onvoorspelbare, stemmingswisseldende kinderen. Op klierdag lijkt het alsof je 20 uur werkt in plaats van zes.

Voor de duidelijkheid, dit is een klierdag:
De tweeling haal ik rond drie uur uit school. Ze komen al kibbelend naar het hek toe, want de één heeft tijdens de lunch iets gezegd wat de ander niet leuk vindt. Groeten en vragen hoe de dag was, lijkt bijna zinloos, want ze zitten in een felle discussie waar je geen woord tussen krijgt. In rap Frans worden de beschuldigingen in het rond geslingerd en je weet meteen: Dit wordt een zware dag. Terwijl je onderweg probeert de twee uit elkaar te houden, slaat de bui opeens om. Gezellig kletsend en lachend gaan de kinderen je voor de hal van het huis in. Prima, denk je. Misschien wordt het toch nog een leuke dag. Je weet nog niet dat ze een nieuw slachtoffer hebben gevonden om boos te maken: JOU.

Het begint klein. Jij zegt nee en zij doen ja. Jij wil zus, zij willen zo. In het Frans probeer je geduldig maar duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren, namelijk huiswerk en erna de activiteit van die dag, maar je moet drie keer opnieuw beginnen omdat je schatjes gekke bekken zitten te trekken. Je begint al geïrriteerd te raken. Tijdens je pogingen om twee kinderen tegelijkertijd aan het huiswerk te krijgen, maar óók een gouter te verzinnen dat niet bestaat uit suiker en chocola, èn de tijd in de gaten houdend omdat er die dag tennis/piano/judo is, is de tweeling druk bezig. Niet met huiswerk, maar met elkaar. 'Stop met zingen!' 'Houd je mond, ik zing als ik dat wil'. 'Houd zelf je mond, en stop met zingen'. 'Nee!' 'WEL!' 'Evaaaaaaa, ze wil niet stoppeeeeen'.

Het gedrag is half amuserend, half irriterend. Je voelt je opgelucht als het huiswerk op tijd af is, en je nog net op tijd kan vertrekken naar het activiteitengebouw. Slechts één van de twee heeft die dag een sport, maar aangezien je de ander niet alleen thuis mag laten moet je ze toch allebei meenemen. Op weg naar de activiteit van de dag kom je langs... Het Park. De ultieme ver- en afleiding voor kinderen die toch al geen zin hebben in pianoles. 'Ik ga via het park!' wordt er geroepen. Voor je kan reageren zijn je kids er op hun stepjes al weggesjeesd. Inwendig kreunend ga je erachteraan om je kinderen uit het superhoge klimrek en uit het park te krijgen. Dat alles moet nog snel gebeuren ook, want te laat komen wordt niet op prijs gesteld.

Tijdens de activiteit ben je één kind lichter, en wordt het werk tijdelijk makkelijker. Tijdens de activiteit van de één is het doel om óf het andere kind zijn energie weg te laten rennen in het park, óf juist snel mee naar huis te nemen zodat het vast gedoucht is voor de ander klaar is. Op een echte klierdag is de badkamer een waterballet en heb je nauwelijks genoeg tijd om vechtende en gillende kinderen uit elkaar te houden, te koken, het derde kind aan zijn huiswerk te krijgen, de tafel te dekken, en dat alles voor half acht.
Eenmaal aan tafel gaat het door. Spelen met eten, eten van elkaars bord stelen, door elkaar heen praten, zingen aan tafel, van tafel lopen... Je bent opgelucht als de maaltijd voorbij is, terwijl je Assepoester halfuurtje dan nog moet beginnen. Afruimen, de keuken opruimen, de ontbijttafel dekken, de kinderen in het oog houden terwijl ze zelf hun waterballet opruimen (dit kost letterlijk drie keer zoveel tijd als je nu denkt), en controleren of je niks bent vergeten.
Als een ouder eindelijk thuiskomt ben je héél blij dat je je kan terugtrekken op je kamer en een blog kan schrijven over je dag.

Om op positieve noot te eindigen: Ik heb ook leuke dagen hoor :) Dat zijn er een stuk meer dan dit soort dagen, gelukkig. De dagen waarop ze liedjes willen zingen (en dan niet aan tafel), waarop ze alles willen vertellen over hun dag, waarop ze me betrekken in hun kinderproblemen, of beginnen te vragen over het leven in Nederland. De dagen waarop ze goed luisteren (of in ieder geval beter) en tijdens hun sport van de dag zoveel energie kwijt raken, dat ze thuis niet meer de puf hebben om te klieren. Na hun bad (waarbij ze de badkamer in heel redelijke staat achterlaten) komen ze de keuken in voor een canard, een knuffel. 'Ik vind je lief', zeggen ze, terwijl ze je bijna fijnpersen in hun knuffelmoment. En dan is het het opeens weer helemaal waard:)

woensdag 2 november 2011

La tour Eiffel

Vandaag ben ik naar de Eiffeltoren geweest. Als je er een spreekwoordelijke steenworp vanaf woont, moet je er toch regelmatig heen, non? Alors, ik erheen.

Wat me opviel toen ik eenmaal bij de toren was, waren de mannen. Stoere mannen. Met laarzen en petjes. Bewakers van de toren zijn het. Getrainde militairen. Ze patrouilleren langs de rijen wachtende toeristen die de toren willen beklimmen. In hun hand hebben ze een geweer. Zogenaamd omdat dat bij hun uniform hoort, maar de angstvallige toeristen weten wel beter. De eerste Chinees die het waagt met zijn Nikon voor te dringen, kan een nekschot verwachten.

De legermannen bekijken de toeristen één voor één. Als vee dat naar de slacht gaat. Er begint een babytje te huilen. Met een ruk kijkt de opperlegerman op. Hij is de baas, dat zie je je meteen aan zijn enorme neus. Razend is hij. Snuivend als een dolle stier zoekt hij de rijen af, op zoek naar de schuldige. Degene die het waagde de rust rond zijn toren, zijn trots, te verstoren.

De moeder van het hummeltje ziet bleek. Ze begint razendsnel in haar tas te graven, op zoek naar iets om het kind mee stil te krijgen. Ondertussen glijden de ogen van de Opper steeds verder de rij af, richting de bron van het lawaai. Het is een race tegen de klok. De moeder graaft en de man zoekt en de man zoekt en de moeder graaft.

Eureka! De vrouw heeft een speen gevonden. Opgelucht propt ze het ding in haar baby’s mondje. Het gekrijs valt weg. De hele rij toeristen rekt zijn nek om de reactie van de Opper te zien. Die haalt zijn hand weg bij de trekker van zijn geweer. Hij kraakt indrukwekkend met zijn nek, haalt zijn neus op, en stampt dan verder, op zoek naar een nieuw slachtoffer.

Ik ben maar gauw doorgelopen. Doodsbang dat mijn mobieltje af zou gaan.

donderdag 27 oktober 2011

Het schoolplein

Ik haal iedere dag mijn twee jongste kids uit school. Normale Franse scholen zijn om vier uur, of zelfs half vijf pas klaar, maar op deze school gaat om drie uur de bel al. Mijn kinderen gaan namelijk niet naar een openbare school, stel je voor. Ieder Frans gezin dat enigszins ruim in het geld zit, zorgt ervoor dat hun kinderen niet bij het plebs op openbare scholen komt te zitten. Mijn kinderen hebben dus ook nog nooit een voet in zo'n ordinaire school gezet. Nee, mijn engeltjes gaan naar het tweetaling onderwijs, op één van de beste scholen van Frankrijk. Daar haal ik ze dus op.

Vroeger, bij mij op de basisschool, rende iedereen gillend en gelukkig naar buiten als de dag voorbij was. Tegen kwart over drie rende je dan richting het plein waar de ouders stonden, om te checken of je moeder er al was. Samen fietste je dan naar huis, kletsend over de dolkomische situaties van je schooldag.

De Franse versie van dit verhaal:
De kinderen komen rond drie uur het grijze blok dat hun school is uitgemarcheerd, twee aan twee, als echte toekomstige Franse modelburgers. Vanaf vijf voor drie gaat er iedere vijf minuten een bel. Op iedere bel komen er twee klassen naar buiten gemarcheerd, één klas per schooldeur. Op het schoolpleintje (dat aan alle kanten is afgesloten door een dik hek) moeten ze in de buurt van de juffrouw blijven wachten. Zodra ze hun ouder, nanny of au pair zien, gaan ze toestemming vragen om weg te mogen. De juf kijkt of de juiste ouder/verzorger klaar staat, en geeft vervolgens het kind mee.

De ouders staan vanaf ongeveer kwart voor drie al te wachten. (Bijna alle kinderen worden opgehaald door au pairs en nanny’s. De ouders in dit stuk vertegenwoordigen maar een klein deel van de wachtende menigte bij de schoolhekken.)  Ze staan verspreid over de 30 m² voor de hekken, druk bellend en mailend met hun iPhones en blackberry’s. Zodra de eerste bel gaat, is het alsof de Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf begonnen zijn. Moeders en een enkele nanny's rennen naar de hekken. Klikkende hakjes alom. Zodra het eerste kind in zicht is, breekt het geblèr los. Hysterisch vrolijk begint het vrouwvolk namen te gillen. Ik heb medelijden met de enkele vader die er (inmiddels met hoofdpijn) tussenstaat.

De moeder met wie ik net nog stond te kletsen, is zich nu naar voren aan het ellebogen. ‘Gaspard!’ gilt ze. ‘Joehoe, Gaspard! Mammie is hier!’. Ze zwaait enthousiast met haar gemanicureerde hand, waarmee ze nog steeds haar blackberry vasthoudt. Zodra ze het kind in haar klauwen heeft gekregen, stampt ze ermee weg, richting de auto die dubbel geparkeerd staat.
Ze is niet de enige, zie ik. Links en rechts zie ik ouders hun kinderen meesleuren, want mammie heeft een afspraak en pappie heeft een vergadering. De verhalen over hoe de schooldag was zullen moeten wachten tot ’s avonds, als de ouders vijf minuten tijd maken voor hun kroost, voor ze hen door naar bed sturen.

Omdat ik weiger mee te doen aan het dolle-vrouwen-circus, vertrek ik meestal als een van de laatsten, samen met wat andere au pairs en kids. Axelle en Robin vinden het niet erg om te wachten. Terwijl we naar huis slenteren kletsen we over hun dag, en wat we die middag gaan doen. We hebben toch alle tijd.

maandag 24 oktober 2011

Hemaworst met korting

Als je in Parijs met de metro naar Chatelet-Les Halles gaat (daar gaan vier metrolijnen en drie RER’s heen, dus zo moeilijk is dat niet) en kiest voor uitgang ‘rue Rambuteau’, heb je een flinke kans opeens Nederlands op te pikken. Vaak toeristen, soms immigranten. Waarom? Op rue Rambuteau 118 zit de Hema. Jawel.

Iedere keer als ik deze Hema in kom lopen, is het alsof ik weer even in Nederland ben. Ze hebben er de ronde Hemaprijzen, de vaste Hemaproducten met Nederlandse namen en erná pas de Franse vertalingen, en een hoop Nederlands snoepgoed.
Tijdens mijn bezoek besloot ik per direct een ode aan de Hema te schrijven in blogvorm, toen me iets opviel. Iets voelde niet goed, terwijl ik daar rondliep. Er miste wèl wat... Al rondlopend en peinzend kwam ik er opeens op. Er is geen Hema rookworst in de Hema! Schandalig! De Hema zonder rookworst is als een patisserie zonder éclairs, een middelbare school zonder huiswerk of Koninginnedag zonder oranje. Het hoort gewoon niet.

Op dat moment werd er wat omgeroepen in de rookworstloze prachtwinkel. Ik zal jullie het gebrabbel besparen en een vertaling plaatsen. ‘Iedere zaterdag is er gratis koffie voor de klanten van de ‘Ema. Deze wordt jullie graag ingeschonken door Franse-naam-die-ik-dus-niet-kon-onthouden bij de ingang.’ Hierna kwam het mooiste: ‘Wegens Saint Nicolas is er deze week ook een speciaal Saint Nicolas-lekkernij’. Jeeeej! Terwijl ik op de koffiejongen afstormde zag ik dat er, naast zijn koffiemachine, al enquêtes klaarlagen. Of je, tijdens het genieten van je gratis koffie en gratis speculaaskoek, wilde invullen hoe tevreden je was. Ik keek in de doos met ingevulde enquêtes en zag dat mijn voorganger met koeienletters ‘ROOKWORST’ had ingevuld bij de vraag ‘wat mist u nog in ons assortiment?’. Ha, die snapt het. Ik vulde zelf ook een enquête in, met hetzelfde antwoord als de meneer voor me.

Die rookworst moet er komen.

donderdag 20 oktober 2011

Les uniforms

Een van de dingen die ik zo leuk vind aan Parijs, is de kleding. En dan bedoel ik niet de modieuze haute couture (hoewel dat ook leuk is), maar de uniformen. Qua uniformen loopt Parijs namelijk 50 jaar achter.
De groentemannen dragen nog vaalgroene lange jassen, als echte kruideniers. Sommige dragen er zelfs nog een petje bij, dat ze even aantikken als ze ‘bzjr’ glimlachen naar een huisvrouw.
De slagers dragen van die echte slagersjassen. Zoals je ze in een slasherfilm zou zien, maar dan zonder het bloed. Lange, witte jassen, tot boven toe dichtgeknoopt. Uit de jas steekt een vriendelijk hoofd, dat rood is aangelopen van het aan stukken hakken van diverse soorten boerderijfauna.

Het mooiste vind ik nog steeds de verkeersregelaars. In Nederland zijn dat doodnormale mensen in een lelijk fluorescerend jasje gestoken. Het enige verschil tussen hen en de gemiddelde taakstraffer is het ontbreken van een prikstok (en een strafblad).

Maar in Parijs…
Bloedserieuze mensen, die bestuurders strak aankijken wanneer ze hen gebaren te stoppen. De autoriteit knalt er aan alle kanten vanaf. Prachtig. Dit zijn geen verkeersregelaars, dit zijn verkeersleiders!
Ze dragen gekke hoedjes, die me doen denken aan de soldatenpetjes. Eronder dragen ze, zomer en winter, een volledig uniform. Lange zwarte broek, lelijke doch nette zwarte schoenen eronder, lange blauwe blouse en een zwarte stropdas. En streng blijven kijken hè. Dat niemand het in zijn Franse hoofd haalt hen uit te lachen, als ze met 35 graden hun gehandschoende hand opsteken.

Ik had er eigenlijk een foto van willen nemen, maar verwachtte half om half dat ik dan per direct door een korps verkeersleiders tegen de grond zou worden gedrukt. De toerist met genoeg lef mag me de foto’s sturen.

maandag 17 oktober 2011

La vie quotidienne - 17 oktober 2011

Alweer ruim 55 dagen in deze stad, maaaan wat gaat de tijd snel. Sommige dagen gaan in een roes voorbij, het is lastig te bedenken dat ik acht weken terug nog op Lowlands zat.

Kennis van Parijs:
Ha! Het gaat beter en beter. Dankzij klasgenoten en andere au pairs leer ik steeds meer plekjes van Parijs kennen die niet in iedere toeristengids staan. Kleine bistro’s, verstopte cafeetjes, en parkjes waarin je geen andere taal hoort dan Frans. Goedkoop eten weet ik in steeds meer wijken te vinden, en ook het vinden van shopstraten gaat steeds makkelijker.

Inburgeringsproces:
School is begonnen, ik heb de eerste drie weken alweer achter de rug. Ik merk dat ik er veel nuttige dingen leer, en hoor dat ook van de kinderen terug (‘hahaha, eerst zei je dat altijd anders en dat klopte helemaal niet. Hoe heb je geleerd dat je dat zo moet zeggen?’). Er zijn nog steeds een hoop dingen die ik niet snap of die ik niet kan volgen, maar zoals iedereen hier zegt: ‘Ça va venir’ (ik wil die spreuk op een tegeltje zodat ik hem stuk kan gooien).
Verder… Mijn eerste Franse boek is uit en ik ben al met de tweede bezig, o yeah.
Ook weet ik steeds beter welke metrolijnen waar in de stad komen, en welke lijn in welke richting ik moet hebben om bij mijn vaste plekken te komen.

Toeristenfactor:
Ik heb doordeweeks twee dagen de tijd om eropuit te trekken. Musea, toeristische plekken of parken (indien het weer het toestaat): Twee dagen per week ben ik er te vinden. Ik stap vaak een halte voor mijn bestemming uit om de omgeving een beetje te zien, en zo wegwijs te worden. Een ontzettend briljante ingeving van mezelf, want zeker als ik op weg ben naar iets toeristisch maakt die ene halte vaak het verschil tussen normale prijzen en belachelijk hoge toeristenprijzen. Hoera!

Sociaal:
De Nederlandse au pair community blijft uitbreiden! We zijn inmiddels met 30 meiden, al is de kern ervan een stuk kleiner. Met een groepje van 5-10 man gaan we iedere dinsdag borrelen, en in het weekend zien we elkaar vaak ook wel. In het park (her)ken ik al steeds meer gezichten en klets ik meestal met dezelfde mensen (als ik niet verdiept ben in mijn Franse boek). Ook bij de school van de kids ken ik al een paar moeders, die allemaal erg aardig zijn maar altijd haast hebben.

De kids:
Ha, de uitprobeerfase was snel voorbij. Het is me ontzettend meegevallen, ik had een kleine hel op aarde verwacht. Nouja, ik klaag natuurlijk niet. Ik schijn een ‘strenge’ au pair te kunnen zijn; Ik ben de eerste(!) bij wie nee ook echt nee blijft. Schokkend feit als je het mij vraagt, gezien ik de zevende au pair ben.
Ik merk veel verschillen tussen de drie kinderen: Als Axelle ontevreden is uit dat zich in (veel) scheldwoorden, niet willen luisteren en weglopen, als Robin het niet met me eens is uit hij dat met huilen en gillen, en als Eliott het oneens is uit dat zich in duidelijke verontwaardiging en een discussie. Dat laatste is nog niet echt gebeurd, hij is van zichzelf erg rationeel aangelegd en snapt heel goed waarom ik dingen wel of niet toesta. Hoera voor intelligente kinderen.

Heimweefactor:
Mweh. Ik heb niet veel last van heimwee, omdat ik hier nu geheel in een routine zit. Het begint al bijna een sleur te worden, gelukkig heb ik mijn vrije dagen om leuke/niet-standaard dingen te doen. Heimwee heb ik alleen na skypesessies. However, mijn ticket naar huis is al geboekt: in december kom ik met kerst een weekje thuis. Jeeej:) Ook heb ik bezoek in het vooruitzicht: Anna in oktober, Rutger in november, en mijn moeder in december. Leukleukleuk. Zo heb ik tijdens de heimweemomentjes (want ik heb ze nog wel) in ieder geval iets om naar uit te kijken.

woensdag 12 oktober 2011

Mes profs de francais

Op mijn middelbare school had ik zes jaar lang Franse les van mevrouw Koppenaal. Een klein vrouwtje die haar lengte compenseerde met een flinke dosis autoriteit.
In de eerste waren er nog bruggers die letterlijk bang voor haar waren en extra vroeg van huis vertrokken, als ze het eerste uur Frans hadden. In de derde ging de angst over in onverschilligheid, omdat je het vak toch eventueel kon laten vallen. In de bovenbouw bleek mevrouw Koppenaal ook gewoon een mens te zijn, die op onze leeftijd ook een leven heeft gehad en die eigenlijk best aardig kon zijn.
Alhoewel ik Koppenaal best mocht, vond ik het toch niet erg dat er na zes jaar een eind kwam aan mijn NiftarlakeFrans (of wel ander vak dan ook).

Inmiddels zijn mijn Franse lessen hier  begonnen. Mijn lerares is een klein Frans vrouwtje, met een strenge uitstraling. Alhoewel ze de eerste les al verkondigde dat we allemaal keihard aan de slag moeten met de Franse taal (bijvoorbeeld door het Franse nieuws online te kijken, klinkt dat iemand uit Franse bovenbouw bekend in de oren?), bleek ze toch wel gevoel voor humor te hebben. Haar kraaloogjes lachten glimmend mee toen ze een taalgrapje maakte, en ik begon meer en meer overeenkomsten te zien. (Eigenlijk deed ze me zelfs nog een beetje aan mevrouw Letscher –Herwig in mijn tijd- denken, mijn vroegere Duits docente. Wat is dat met talenleraressen?)

Tijdens mijn Franse lessen is niet alleen het spreken van Duits vloeken in de kerk, maar het spreken van iedere andere taal anders dan Frans. Wie vloekt, trakteert op taart.
Het maken van je huiswerk valt onder je ‘eigen verantwoordelijkheid’, maar ik kreeg al snel het idee dat wie het niet doet, en pak verbaal slaag kan verwachten.

Mijn lerares zwamde nog een eind door over dat we hier voor onszelf zitten, en in mijn achterhoofd hoorde ik Koppenaals spreuken weer klinken. ‘Maar ik had toch gezegd dat je dat moest maken? Je hebt alleen jezelf ermee hoor, als je het niet doet’.

Pff. Volgens mij worden dit een paar pittige uren per week. Hopen dat madame le professeur hier toch ook leuk blijkt te zijn.

donderdag 6 oktober 2011

Le petit déjeuner

In Nederland is het ontbijt de belangrijkste maaltijd van de dag. Al eten sommige mensen niet meer dan een kom yoghurt, er wordt toch aandacht aan besteed dat je de tijd zou moeten nemen voor deze repas*.
Zo niet hier. Voor het ontbijt kauwen mijn kinderen gauw hun ontbijtgranan weg, gevolgd door de melk waar hun céréals* eerder nog in zwommen. De ouders drinken gauw een kop espressokoffie en haasten zich dan weg.

Wie buiten de deur eet, kan maar beter niet gierig zijn. Je ogen beginnen spontaan te bloeden van de talloze ontbijtmenu’s die verkrijgbaar zijn bij iedere bistro. Niet door de keus, maar door de prijs. Tien euro voor een ontbijt? Heel normaal hoor. Tot mijn grote verbazing zijn de terrasjes en restaurantjes ook iedere ochtend gevuld met ontbijtgangers.

Watvoor topvoer je krijgt als je eenmaal je zuurverdiende geld hebt neergelegd? Jus pressé*, une boisson chaude*, en un croissant. Kortom, je betaalt hier zeven tot twaalf euro voor een ontbijt dat ongeveer gelijk staat aan een Hema-ontbijt.

Ah, het Hema-ontbijt.. Met tranen in mijn ogen denk ik terug aan die goeie ouwe tijd dat je nog naar de Hema ging, als je het tweede tussenuur had. Daar kon je dan tussen negen en tien een heerlijk ontbijt halen. Een prima croissantje met lekkere jam, een enigszins klef maar oké broodje met ei en spek, en een goeie bak pleur of thee. Dat alles voor één euro. ÉÉN EURO. Ik zou een dag in de Hema kunnen eten voor het geld dat ik hier uitgeef aan alleen mijn ontbijt. Mijn Hollandse hart huilt.

Dat waren nog eens tijden, denk ik terwijl ik in mijn ogen wrijf die nog nabranden van de Franse prijzen. Ik ontbijt wel lekker thuis.


Leer Frans met Eva
Le petit déjeuner – het ontbijt
Repas - maaltijd
Céréals – ontbijtgranen
Jus pressé – vers geperst sinasappelsap
Une boisson chaude – een warm drankje (koffie)
Un croissant – een croissant

maandag 3 oktober 2011

Maandagmorgen in de metro

Het is maandagochted negen uur, en ik zit in de metro. Ik ben vandaag lekker vroeg opgestaan om er een goeie shopdag van t maken.
Onderweg naar de metro is de snelle stadse trend in geen velden en wegen te bekennen. Iedereen sjokt moedeloos naar de metropoortjes, om daar één voor één als ongelukkig werkvee het station in te kunnen.

De metro zelf is gevuld met studenten die te moe zijn voor college, volwassenen die niet naar hun werk willen, en bejaarden. Iedereen staart glazig voor zich uit. Als robots stappen ze automatisch in en uit op de juiste stations. Een meisje met diepe wallen van het feesten kijkt hersendood uit het raam. Een jongen is al vijf minuten bezig met het strikken van zijn schoenveter. Hij hurkte zich om bij zijn schoen te kunnen, maar volgens mij is hij inmiddels weer in slaap gevallen, met zijn hoofd tegen de metrodeur aan.
Het gehele metropubliek valt samen te vatten in een paar woorden: moe en onwillig.

Als er na een paar haltes een accordeonist instapt, komt er een derde woord bij: moordlustig. Met bewalde en en rode ogen probeert de menigte hem nog de metro uit te staren, maar de man begint al te spelen. Een vrolijk deuntje. ‘Putain’, hoor ik de jongen naast me mompelen, en verderop wrijft een meisje de slaap uit haar ogen om woest naar de muzikant te kunnen kijken. Haar vriendin legt jammerend haar handen over haar oren, met een hoofd dat KATER schreeuwt.

Als ik rondkijk wie ik opeens de metro wakker worden, maar niet op een goede manier. Fronsende wenkbrauwen en krakende knokkels. Mon dieu, die muziekgast heeft een mob wakker gemaakt. Overal om me heen zie ik woeste gezichten. Bloeddorstige zakenmannen, ziedende studenten. Met bloeddoorlopen, caffeïne-vragende ogen staren ze de accordeonist aan. Die begint langzaamaan door te krijgen dat zijn composities niet gewild zijn. Met een onzekere blik begint hij steeds zachter te spelen, maar de MaandagMorgenMenigte is al gewekt. En ze is pissig

We zijn bijna bij een nieuw station. Peentjes zwetend legt de accordeonist zijn hand vast op de deurhendel. Hij is inmiddels gestopt met spelen, maar het is al te laat. Parijs is boos. Woest, zelfs. Furieus. Niemand waagt het muziek te maken voor de tweede kop koffie.

Net op het moment dat de Fransoos met de grootste neus en het duurste pak (De alfa, de opper, de baas) wil opstaan, rijden we het perron binnen. De accordeonist is zichtbaar opgelucht, hij durft weer adem te halen. Zijn redding is nabij. Hij springt de metro uit, nog voor deze helemaal tot stilstand is gekomen. Gered.

donderdag 29 september 2011

Francois en Jean Pierre

'Pas je op voor de Franse jongens’, riep iedereen voor ik vertrok. ‘Niet blijven hangen met Jean-Louis he!’ Dat was toen allemaal leuk en aardig, maar eenmaal hier wens ik dagelijks dat er tenminste een Jean-Louis wàs om bij te blijven hangen.
Alle Frans-franse namen zijn tegenwoordig namelijk uit, blijkt. Ouders noemen hun kinderen niet meer Claude of Jaqcues, neeee. Tegenwoordig zijn ouders origineel, en doen ze alles weer net even anders. Het lijkt Hollywood wel: Ze geven hun kinderen dure namen, speciale namen. Namen die ik verdomme hartstikke lastig te onthouden vind, laat staan dat ik ze uit kan spreken.

Ook het feit dat er hier een paar ton buitenlanders rondloopt, helpt niet. Hun namen zijn al net zo onuitspreekbaar. In het park kan ik best gezellig kletsen met de buitenlandse nanny’s en au pairs, al is het in matig Frans. However, zodra er een voorstelrondje aankomt, bereid ik me al voor. Ik let extra goed op en herhaal de klanken in mijn hoofd. Zodra de naam gezegd is herhaal ik hem nog een keer, om te zien of ik het goed gehoord heb. Dit is zelden het geval.

Ook met niet-au pairs heb ik geen geluk. Dankzij mijn blonde haar (en het feit dat ik een vrouw ben, gok ik) word ik best vaak aangesproken door de mannelijke bevolking. Wisselend van tandloze zwervers tot knappe studenten, van bouwvakkers tot zakenmannen met pauze, ze zijn hier allemaal èrg sociaal aangelegd. Zelfs bij de knapste Franse jongen is dat lang niet altijd leuk, zeker niet als het gesprek begint met voorstellen. Als ik onhandig een naam herhaal, wordt er nog vriendelijk gelachen, alsof ik helemaal niet net een naam verbaal verkracht heb. Maar als ik vijf minuten later afscheid neem van welke Fransoos dan ook, ben ik zijn naam alweer vergeten. Het was in ieder geval niet Jean Pierre.
Blij dat ik Eva heet, dat kan iedereen gewoon uitspreken hier.

zondag 25 september 2011

Mijn internationale week

In Nederland kijk je een Amerikaanse film of bestel je Chinees eten. Hier in Parijs neem ik internationaal leven to the next level.
Mijn week begon goed. Maandag in het park ontmoette ik een Duitse au pair, die hier maar twee weken bleek te zijn (ter vervanging voor een ander). Al Frans kletsend vertelde ze dat ze graag nog naar een Franse cinéma* wilde, voor ze terug zou gaan. Of ik meewil? Bien sûr*!
Thuis heb ik mijn oudste geholpen met zijn Duitse huiswerk (ja, echt!). We praten aan tafel inmiddels drie talen, Engels, Frans, en tussendoor kleine beetjes Duits.

Dinsdag ging ik lunchen met een au pair Colombienne*, die ik via de contactlijst van mijn organisatie had gevonden. Ze woont niet ver van hier, dus dat was makkelijk qua reistijd. Lekker geluncht in een Franse bistro.
’s Avonds had ik de vaste borrelavond met mijn Nederlandse au pair buddies, lekker moeiteloos ratelen in het Nederlands.

Woensdag ging ik naar de film met de Duitse au pair. De film was Frans en niet ondertiteld, en dat was bèèèst lastig. Achja, het is heel aardig gegaan. (Voor de geïnteresseerden: Het was een heel aparte film, l’apollonide genaamd. Over het leven van een stel hoeren, maar dan zonder de flair van Moulin Rouge.)

Donderdag heb ik ’s ochtends gepicknikt met een aantal Nederlandse au pairs. Franse baguettes* met Nederlandse beurre de cacahuètes* kunnen eten, heerlijk. Ik mis goede pindakaas in dit land! ’s Middags in het park raakte ik aan de praat met een lief omaatje. Ze bleek Oostenrijks te zijn, en een kleinkind te hebben op dezelfde school als ik mijn kinderen heb. Dit gesprek was weer en Anglais*, omdat ze hoorde dat ik Engels praatte met mijn oudste.

Vrijdag heb ik een eind weg gekletst (in het Frans!) met eerst een au pair Algérienne*, en later een moeder uit Gabon. Vooral met de tweede was het gezellig, ik begin al steeds meer gezichten en mensen te (her)kennen in het park.
Ook was de oudtante van de kinderen er thuis even. Wederom blabla in het Frans, en ik kreeg een complimentje over mijn niveau Frans en au pairskills(‘ik heb al heel wat au pairs meegemaakt, maar je doet het echt goed’, zoiets). Yeah!

Zaterdag, gisteren. Ik ben koffie gaan drinken met een jongen die van Mauritius komt, en heb ’s avonds Italiaanse pasta gegeten met een stel Nederlandse au pairs. Voor het etentje ben ik voor het eerst afgereisd naar de banlieu* van Parijs, waar mensen een tuin hebben , en uitzicht op de stad in plaats van op een muur oid.

Zondag, vandaag. Ik ga vandaag lekker naar buiten met een stel Nederlandse au pairs, want het wordt supermooi weer. Van de verdere plannen heb ik geen idee, maar ik zie het allemaal wel. Best leuk leven hoor, zo in Parijs:).  
Leer Frans met Eva
Cinéma – bioscoop
Bien sûr – natuurlijk
Colombienne – colombiaans
Baguette – stokbrood
Beurre de cacahuètes – pindakaas
En Anglais – in het Engels
Algérienne – Algerijns
Banlieu – buitenwijk

woensdag 21 september 2011

Neusje van de zalm

Frankrijk is een land van neuzen. Echte Franse mannen onderscheid je direct van immigranten, allemaal dankzij hun neuzen. Het mega-neuzen-gen wordt hier van vader op zoon doorgegeven.
Ik heb verschillende theorieën over dit neuzenfenomeen. Allemaal zijn ze even goed doordacht en onderbouwd.

1. Wanneer een Franse werknemer promotie maakt, krijgt hij er plastisch chirurgie bij cadeau.

2. Dát, of zijn neus groeit spontaan van trots, na het krijgen van eerder genoemde promotie.

3. Dát, of je komt als Fransman gewoon alleen in aanmerking voor een promotie als je neus reusachtig-genoege proporties heeft.

Franse mannen worden dan geacht niet alleen hun diploma’s en werkervaring op hun cv te vermelden, maar ook de hoogte en breedte van hun reukorgaan. Werkgevers met grote neuzen weten op deze manier direct of ze een carrièremaker voor zich hebben, of iemand die het slechts tot koffiejongen gaat schoppen. Dit neuzensysteem is goed bedacht en werkt feilloos.

Het komt erop neer dat alle Franse mannen met een goede positie zo’n uitstekend gevaarte op hun gezicht hebben, dat hun €500-pak van bekende designer niet meer opvalt.

Naast het grote-neuzen-gen wordt trouwens ook het kleine-monden-gen van vader op zoon doorgegeven. Veel Franse mannen hebben een kleine mond, waarschijnlijk om die enorme gok te compenseren. However, hier heb ik verder nog geen goede theorieën over bedacht, dus dat bewaar ik voor later.

Leer Frans met Eva
Omdat volgende week school begint, is deze post geheel in het Nederlands geschreven. De volgende post staat mogelijk vol Franse termen, dus dit is alvast-compensatie. Geniet ervan.

donderdag 15 september 2011

Ik kan het, ik kan het.. Ah nee, ik bak er niks van

Frans leren gaat met vallen en opstaan. De eerste keer dat les petites* me vroegen of ze hun trottinet* mee mochten nemen, had ik geen idee waar het om ging. Toen Axelle een week later vroeg of ik haar casque* aan wilde geven: Hetzelfde.

Dankzij de kids (Eliott als letterlijke tolk, de kleintjes met hun de-au-pair-is-verstandelijk-beperkt-e ‘troooot... tieeee… net! Trottinet! *gebaar*gebaar*’) leer ik een hoop nieuwe woorden. Dankzij het lezen van Franse boeken (Dankzij ‘Arry Pottèr weet ik dat een baguette* niet per se brood hoeft te betekenen) weet ik ook hoe je een hoop dingen spelt of zegt. Op deze manier leer ik dagelijks toch heel wat bij. Aan tafel begrijp ik 80-90% van wat er gezegd word, en ik was eigenlijk best trots op mijn vooruitgang.

Totdat. Tamtamtam. Ik omging met Franse jongeren.
Ik was rustig aan het facebooken toen ik plots gebons op mijn deur hoorde. ‘C’est qui*?’ riep ik als volleerde Franse. Geen antwoord. Toen ik opendeed bleek het Adrien te zijn, mijn huis/verdieping-genoot. ‘Vould you like too ‘ave zome drink wiz uz?’ was de vraag. Oh my, dacht ik. Comprehension oral op mijn vrije woensdagavond? Mais bien sur*!

Op zijn kamertje waren nog 4 andere jongens; 3 vrienden en een andere ‘nieuwe’ op onze verdieping. Allemaal afkomstig uit Zuidfrankrijk, hier om te studeren of om te werken. Na een awkward momentje omdat de jongens me meteen begonnen te zoenen (en dan twee zoenen en geen drie. Awkward momentje2) werden de flesjes Heineken opengemaakt en het gesprek begon.

Oke, fock. Mon Dieu*, ik snapte gewoon hélemaal niks! Nooooon*, alle moed zakte me in de schoenen. Dacht ik een beetje Frans te kunnen kletsen, blijkt dat iedereen gewoon 20x zo langzaam tegen me praatte, al die tijd.
Adrien was gelukkig zo attent om mijn omgwtf-hoofd op te merken, en begon een beetje naar Engels te vertalen. Zijn Engels was oké, beter dan het Engels van zijn vrienden. Ze probeerden langzaam te praten en pakten soms Google Translate erbij, maar het hielp niet veel. Gelukkig konden ze er wel om lachen, het arme Nederlandse meisje die er niks van begreep.

Toch was het eigenlijk een hele leuke avond, ondanks dat het qua taal niet erg wilde lukken. Met behulp van handen en voeten en een soort pictionary op Adrien’s whiteboard konden we elkaar toch veel duidelijk maken.


Aja, toch nog maar flink doorlezen en leren. Blij als school begint (wie had gedacht dat ik dat ooit zou zeggen).

Leer Frans met Eva
les petites – de kleintjes (A+R)
trottinet – de step
casque – de helm
baguette – brood (maar dus ook : toverstok)
c’est qui? – wie is daar (het is wie)?
mais bien sur – maar natuurlijk
mon dieu – mijn god
non – nee

maandag 12 september 2011

La vie quotidienne - 12 september 2011

Het lijkt nog maar afgelopen weekend dat mijn ouders en zus me moederziel alleen in Parijs achterlieten. Ik had pas une idée* wat ik zou gaan doen en hoe ik me zou gaan redden. Ik zit hier nu ongeveer 2,5 week. De stand van zaken?

Kennis van Parijs:
Ik ben verdwaald geraakt! Plusieurs fois* zelfs, ik geloof een keer of vier nu. Ik ben begonnen met mijn eigen arrondissement, mijn wijk hier, te verkennen. Die is behoorlijk groot, dus er viel genoeg te zien. Ik ken inmiddels de straten rond mijn eigen avenue en weet de snelste route naar de winkelstraat en een kraampje waar de crêpes betaalbaar zijn.

Inburgeringsproces:
Ik heb een Frans mobieltje met een Frans nummer, ik heb een kaart voor de Parijse bibliotheken, en sta ingeschreven voor een talencursus. Mijn semester begint eind september/begin oktober, en ik heb vanaf oktober ook gratis OV (YEAH). Ik ben in staat een soort-van-praatje te maken met Franse mensen, al snap ik dan alleen de ruime lijnen van het verhaal.
Toeristenfactor:
Oke, ik ben nog wel een dikke toerist. Van het weekend heb ik oooh- en aaaah-end bij de Sacre Coeur gestaan, en verder plan ik ook andere uitjes naar toeristische plekken. Het graf van Napoleon, de Notre Dame, het cafeetje van Amélie, de Eiffeltoren (duh)..Ik heb al wel wat gezien, maar het to-see-lijstje is nog mijlenlang. De toeristenfactor zal voorlopig dus nog wel hoog zijn.

Sociaal:
Ik heb vrienden! Ik ga ieder weekend –en soms doordeweeks- er op uit met andere Nederlandse au pairs. Ik ben nog steeds van plan ook te gaan meeten met niet-Nederlandse au pairs om mijn Frans op te krikken, maar de groep die we nu hebben is ook erg gezellig. We hadden elkaar als niet-au pairs misschien nooit aangesproken, maar met de meeste mensen klikt het goed. Sommige van hen ken ik nu ongeveer twee weken, anderen pas sinds twee dagen. Het is ontzettend gaaf te merken dat we als groep ‘samentrekken’. Problemen met de kinderen, de ouders, de taal of iets anders? De hele groep probeert te helpen. Ik ben erg blij dat ik ze ken, ik ben hier in ieder geval niet Koos vriendloos:).

De kids:
Les enfants* zijn me nog erg aan het uitproberen. Robin is een echte clown, en ik kan zijn snelle Franse grapjes en monologen vaak niet eens bijhouden. Hij luistert over het algemeen goed, hij heeft zoals alle kinderen wel zijn buien. Axelle is iets pittiger. Het ene moment zit ze in een Eva-is-leuk-bui en kunnen we bavarder*, chanter* of jouer des jeux* ensemble*. Het volgende moment heeft ze een Eva-is-stom-en-ik-puber-bui, en dan... Gaat het allemaal wat lastiger. Ik denk dat het uitproberen zijn piek nog niet heeft bereikt, en ik bereid me mentaal voor het moment dat les petites* echt losgaan.

Eliott is erg zelfstandig, hij kan prima een hele middag op zijn kamer zitten met zijn geliefde computer. Toch is hij ook wel van de gezelligheid, hij komt soms kletsen als ik sta te koken of als hij net uit school komt. Op het moment dat ik over les devoirs* begin (of beter: het maken ervan) druipt hij meestal wel af.

Heimweefactor:
Ça va. Ik heb al wel een heimwee-aanvalletje gehad, maar ik heb mezelf er bovenop kunnen helpen:). Nogmaals, ik ben heel blij met de vrienden die ik hier heb gemaakt. Doordat we er samen veel op uit gaan voel ik me toch een beetje thuis met mijn eigen taal, en heb ik mensen op wie ik terug kan vallen.

Nouja, jusqu’à maintenant gaat het dus eigenlijk wel prima. De kinderen luisteren over het algemeen, de ouders zijn erg aardig, ik heb een leuke vriendengroep en snap het metrosysteem prima. Mijn leven is leuk en ik red me prima. Hoera!
Leer Frans met Eva
pas une idée - geen idee
plusieurs fois - meerdere keren
les enfants - de kinderen
bavarder - kletsen
chanter - zingen
jouer des jeux - spelletjes spelen
ensemble - samen
les petites - de kleintjes (A+R)
les devoirs - het huiswerk

zaterdag 10 september 2011

Only because I look so good

Ik liep laatst over de markt. Kramen in overvloed: du fromage*, du poulet* die ze ter plekke voor je aan stukken snijden, des légumes*, fruit… Marktmannen overbluffen elkaar in rap Frans met hun geweldige prijzen. Prachtig. Zo lelijk als ‘TIEN TULPEN VOOR VIER ÉÚRO, TIEN TULPEN VOOR VIER EURÓ’ in het Nederlands klinkt, zo mooi klinkt het in het Frans. Iedere vrouw die mogelijk een huisvrouw is (lees: die boven de 35 is) wordt persoonlijk aangesproken en overgehaald door een aankoop door de charmante marktmannen.

Enfin, ikzelf kijk niet naar groenten of bloemen. Ik kijk naar des chaussures*. Des chaussures et des sacs*. Zodra ik even stil blijf staan bij een kraam, komt er direct een verkoper naar me toe. Een jonge gast, van een jaar of twintig. Een Indiër. Zijn naam spreek je uit als Amèn, en we kletsen een beetje in Frans en Engels.
Tijdens de smalltalk wordt al snel duidelijk dat we allebei ergens op uit zijn: Hij op mijn telefoonnummer, ik op korting. We kletsen wat over Frankrijk, over wonen in Parijs en de Franse taal. Jawel hoor, terloops vraagt hij of ik al een Frans nummer heb. Helaaaaaas, opeens heb ik dat nog niet. Echt heel jammer, want anders had ik misschien wel héél even nagedacht voor ik 'nee' zou zeggen.

Nu is het mijn beurt.
Weifelend kijk ik naar de tas die hij eerder voor me van een rek heeft gehaald. Ik herhaal nog eens dat ik pas nèt in Parijs ben, en dat dat tientje misschien toch net teveel is. ‘Het arme au pair-leven’, glimlach ik met mijn beste geef-me-toch-korting(-verdomme-)blik. Nog voor hij iets zegt weet ik dat ik gewonnen heb. Die korting is van mij. Hij kijkt even om zich heen en ziet zijn baas niet in de buurt staan. ‘Only because you look so good’, komt er in Indiaas-Engels uit. Ik glimlach liefjes, en geef hem de tas om te verpakken. Stralend bedank ik hem wanneer hij me mijn tas teruggeeft. ‘Tot volgende week?’ vraagt Amèn hoopvol. Tuurlijk. Als je nieuwe tassen hebt.

Leer Frans met EvaVous êtes vraiment très jolie - u bent echt erg knap
le fromage - de kaas
le poulet - de kip
les légumes - de groenten
les chaussures - de schoenen
le sac - de tas

dinsdag 6 september 2011

à la bibliothèque

Franse mensen houden van lezen, schijnt. Joh, als je 58 bibliotheken in één stad propt, móét je het bijna wel leuk gaan vinden. Met één pasje kan je in elke bieb terecht, superhandig. Je kan 20 boeken per keer meenemen (that is: als je dat meegezeuld krijgt), en mag ze drie weken houden. Topsysteem.
De pasjes zijn ook erg mooi. Ik heb er laatst ook één gehaald. Donkerblauw zijn ze, met mooie witte  letters, en je naam op de achterkant. Schitterend. Met zo’n pasje ben je net even beter dan de rest, iedere keer dat je hem in de omgeving van een bieb nonchalant tevoorschijn haalt. Niet per se omdat je naar binnen gaat, maar gewoon zodat iedereen even ziet dat jij een biebkaart hebt. Je ziet hun jaloerse blikken. ‘Gaat ze weer hoor, met haar biebkaart. Ze denkt zeker dat ze beter is als ons’.
En inderdaad, want met deze biebkaart onderscheid ik me van de minder literair begaafden in de stad. Ik verhef me boven de andere migranten die proberen Frans te leren via de Franse Metro of tvshows. Ik doe niet aan die oppervlakkige prullaria. Ik haal boeken.
Bóéken, met een kaft en letters. Met een auteur die bekend is, en bovendien heel Frans. Boeken waar een citaat achterop staat van een bekend recensent, die het boek looft in een woordenkeus waar je u tegen zegt. Prachtig, zulke boeken. Alles zit erin, paginanummers, een voorblad. Ongelooflijk.

Prachtige voorkant, ook dat nog. Jeweetwel, met veel kleur. Een mooie tekening bijvoorbeeld, en dan staat de titel er ook nog op. De uitgever trouwens ook, met zo’n mooi logo erbij. Topgasten, die uitgevers. Vakmannen.

Vandaag in de bibliotheek voelde ik me geheel in mijn element. Ik liep achteloos langs de studerende studenten, knikte terug naar de bibliothecaresse alsof ik nooit naar een andere bieb ben geweest, en pakte zelfverzekerd een boek uit de kast. Ja, dat boek zou ik gaan lezen.
(Later bleek het boek in kwestie erg saai te zijn, dus ik heb het teruggezet en in plaats daarvan een Franse shopaholic gehaald. En Harry Potter. En nog een boek dat er wel oké uit zag. Het laatste boek is echt Frans, FransFrans en niet vertaaldFrans. Ik word een topimmigrant.)

Leer Frans met Eva
à la bibliothèque - in de bieb

vrijdag 2 september 2011

Vous n'êtes pas d'ici...

Van de week heb ik me ingeschreven voor een talencursus. Dat hoort, als je niet wil blijven rondlopen als een Pool in Nederland. Uit een lijstje met opties heb ik voor Institution Française gekozen.
Goed, ik erheen.

Eenmaal daar word ik in heel langzaam onderbouw-Frans geholpen. 'Voulez-vous vous inscrire*?', vraagt een bebrilde man, terwijl hij doet alsof hij wat opschrijft. Ik knik, en de man gaat verder: 'Vous avez fait un test*?'. Wederom het schrijfgebaar. Als ik antwoord dat ik de test nog niet heb gemaakt, maar daar juist voor ben gekomen, glimlacht de man. Het is een vervelende glimlach. Een nou-meisje-dan-zal-ik-jou-wel-eens-eventjes-helpen-grijns/glimlach. Als hij me vervolgens geruststellend vertelt dat 'c'est pas dif-fi-cile, c'est fa-cile*', besluit ik dat ik hem niet mag. Ik pers er nog een beleefd bedankje uit als hij me de test geeft, en loop naar de toetsruimte.

De toets is verder trouwens niet erg moeilijk. Het mondeling dat erop volgt is lastiger. Het wordt afgenomen door een wat oudere vrouw. Ze heeft een donssnorretje en een grote moedervlek op haar bovenlip. Niet erboven, erop. Iedere keer dat de vrouw begint met praten, beweegt de moedervlek mee. Fascinerend.

Ik probeer me te concentreren op wat de vrouw zegt. Wat ik een goede oplossing vind voor le chômage*? Geen idee. Terwijl ik een antwoord in elkaar knutsel vraag ik me belangrijkere dingen af. Wat zou moedervlek zijn in het Frans? Dát zou ik eens op moeten zoeken, in plaats van van dat huis-, tuin- en keukenFrans. Moedervlek... Ik heb het eerder gehoord... Tache de la mère? Nee.

Terwijl dit levensvraagstuk in mijn hoofd blijft malen, zuig ik het ene na het andere verhaal uit mijn duim. Al mijn basisFrans gooi ik op tafel. Ik heb goede cijfers voor economie. Ik doe aan volleybal. Ik heb een paard. En een vriendje. Mijn vriendje heet A-Z-I-Z.
Opeens verklaart de vrouw dat mijn mondeling is afgelopen. Verdwaasd kijk ik op van haar bovenlip. Afgelopen?

Vrolijk verklaart de vrouw dat ik bovengemiddeld heb gepresteerd, op niveau B2. De vrouw kijkt trots, alsof ze het zojuist zelf heeft behaald. Ze lacht breed naar me, en haar moedervlek stijgt tot halverwege haar snorretje.
Ik bedank haar, en ga mijn lesschema regelen. Als ik omkijk, lacht ze nog steeds. Dan weet ik het weer. Grain de beauté*.

Leer Frans met Eva
Vous n'êtes pas d'ici - U bent niet van hier
Voulez-vous vous inscrire? - Wilt u zich inschrijven?
Vous avez fait un test? - Heeft u een toets gemaakt?
C'est pas difficile, c'est facile - Het is niet moeilijk, het is makkelijk
Le chômage - de werkloosheid
Grain de beauté - moedervlek

dinsdag 30 augustus 2011

Un peu de magique

Al betekent het dat je extra goed op je tas moet letten, het heeft wel wat. Muziek in le metro*. Één halte na mij stapt er een dikke man in, met zijn accordeon al in de aanslag. Zodra de deuren sluiten, begint hij zachtjes te spelen, met pretoogjes om zich heenkijkend. Het is blijkbaar een bekend deuntje, want  er beginnen mensen mee te neurieën. Gezellig. De accordeonist begint te stralen. Hij wordt erkend. Hij begint steeds harder en sneller te spelen. Razendsnel. Rechts van me begint een man te dansen. Door de hele metro klinkt het geluid van tikkende voeten, slechts overstemd door de prachtige klanken van de accordeon. Schitterend. Er wordt geglimlacht, Parijs licht op. Als het lied ten einde lijkt te komen, klapt een peutertje in zijn handen. ‘Encore*!’, roept het ventje. ‘Encore, encore!’. En jawel hoor, de man zet een nieuw vreugdeliedje in. De plotselinge joie de vivre* is bijna voelbaar, in de kleine ruimte van de metro.
Een halte. Een man in uniform stapt de metro in. De accordeonist schrikt. Hij springt de metro uit, net voor de deuren sluiten. De magie is weg, de metro is stil. Flauw hoor.

Leer Frans met Eva
Un peu - een beetje
la magique - de magie
le metro - de metro
Encore - nog (nog een keer)
joie de vivre - levensvreugde

zondag 28 augustus 2011

Bienvenue à Paris

Bonjour tout le monde!*
(Deze post is geschreven op vrijdag 27 augustus, maar door internetproblemen nu pas geplaatst)
Ik ben er! In de stad van de mode, van de liefde. De stad die barst van de immigranten en oude gebouwen, van restaurants en groentenboeren.

Gisteren ben ik aangekomen. Na een kennismakingsrondje en een rondleiding kreeg ik mijn kamer te zien. Zo lang als het duurde om in te pakken, zo snel was ik uitgepakt. Mijn leven, eerst in een koffer en drie dozen, is nu door mijn chambre de bonne* verspreid. Michelle's vergeetmenietjes zijn geplant, alle meeneembare cadeautjes ingeruimd.

Vandaag, vrijdag, heb ik een rondleiding gehad door de buurt om te zien waar de kinderen naar school en hun miljoen activiteiten gaan. Hiermee kom ik meteen op het eerste punt dat Nederland van Frankrijk kan leren: Op één activiteit na zijn alle naschoolse activiteiten binnen hetzelfde gebouw te vinden. Super! Ik had al talloze nachtmerries gehad, waarin ik mijn lieve enfants* over de rues* van Parijs zou moeten slepen, op zoek naar de tennisbaan of pianoleraar. Uitgeput zou ik uiteindelijk neerstorten, ontroostbare kinderen aan mijn zijde, en ik zou falen in het au pair-zijn. Ha, niet dus. Nederland zuigt en Parijs heeft het slim bedacht, 1-0.

De kinderen zijn tot nu toe engeltjes. Ik was gewaarschuwd dat ik flink getest zou kunnen worden, maar ik heb er tot nu toe nog niks van gemerkt (waarschijnlijk omdat er telkens een ouder of nanny in de buurt was). Ik geniet ervan zo lang het duurt, volgende week breekt mogelijk de hel los.
Goed, dat is het pour le moment*. Ik ga gauw naar beneden (8 trappen! 8!) om avondeten te gaan zoeken met maman, papa en Anna.


Leer Frans met Eva
Bienvenue à Paris - welkom in Parijs
Bonjour tout le monde - hallo iedereen
chambre de bonne - dienstbodekamer (lees: bezemkast)
enfants - kinderen
rues - straten
pour le moment - voor nu

zondag 14 augustus 2011

De laatste dagen

Het is inmiddels 14 augustus, nog maar 11 dagen voor ik vertrek. Ik ben bezig de laatste dingen te regelen: Mijn kamer opgeruimd krijgen (10-jaren plan), een leuk cadeautje voor mijn kinderen vinden, uitzoeken of ik over wil stappen naar een internationale kortingskaart voor de trein, en vooral alle uitstapjes maken die ik nog had gepland.
Ik heb vanochtend mijn laatste ochtend in het Carlton President Hotel gewerkt, na drie jaar zeg ik mijn baantje als kamermeisje gedag. Al ga ik mijn lieve collega's wel missen, het is een lekker idee dat ik nu niet meer andermans zooi hoef op te ruimen (tot ik in Parijs kom, ha-ha).
Nog maar twee dagen in de snackbar te gaan, mijn laatste avond als oppas heb ik er al opzitten. Claudia is mijn gelukkige opvolger als frietenbakker en de gelukkige erfgename van een paar oppasadresjes (Clau, succes =D).

Ik begin al wat nerveuzer te worden voor mijn vertrek (of eigenlijk: voor mijn aankomst). Ik hoop dat het allemaal meevalt en dat ik jullie niet allemaal keihard vanaf dag één ga missen.

Voor mijn vertrek heb ik Lowlands nog om naar uit te kijken, en ervoor natuurlijk mijn afscheidsfeestje. Net genoeg tijd om jullie nog een keer te zien en te spreken dus:)
Volgende post: vanuit Parijs!

zondag 31 juli 2011

Van start tot nu

Toen ik in vijf vwo zat, besloot ik een tussenjaar te nemen. Wat ik dat jaar zou gaan doen, was snel bedacht: werken als au pair (ook wel au pair'en genoemd in mijn vocabulaire).

Eenmaal in de zesde ben ik uit gaan zoeken wat mijn mogelijkheden waren. En dat waren er véél. Organisatie zus, site zo, het was lastig om te weten te komen welke organisatie betrouwbaar was. Uiteindelijk kwam ik bij een goeie uit: Travel Active. Na een voorlichtingsmiddag te hebben bezocht besloot ik me in te schrijven.
Eenmaal ingeschreven ontving ik al snel mijn aanmeldingspakket, en kon het feest van formulieren invullen beginnen. 19 formulieren, drie referenties, een 'character reference', een doktersverklaring, een brief aan mijn toekomstige host family en een digitaal foto-album later was het zover: Ik werd geaccepteerd door de organisatie!
Zodra mijn referenties eenmaal bevestigd waren (dit duurde de nodige tijd door de zomervakantie die inmiddels was begonnen), ging het allemaal heel snel. Binnen een week werd ik gebeld; er was een gezin voor me gevonden. Weer een week later had ik mijn eerste telefoongesprek met het gezin gehad, en werd mijn gezin bevestigd. Nu gaat het echt gebeuren!

Ik vertrek 25 augustus naar Parijs, om daar ruim tien maanden te gaan zorgen voor drie kinderen: Elliot van twaalf en Robin en Axelle van zeven. Ik krijg een eigen 'chambre de bonne', een paar verdiepingen boven hun eigen appartement. Ik heb geluk, mijn gezin woont in het centrum van Parijs, niet ver van de Eiffeltoren.

Hoe het verder gaat bevallen, lezen jullie nog. Nu is het aftellen en de laatste dingen regelen voor ik wegga.

(O trouwens, bovenaan de site, meteen onder de header, is een balk met 'submit'. Als je je emailadres daar invult, krijg je een mailtje wanneer ik iets nieuws heb gepost. Handig voor luie types:)