maandag 30 januari 2012

Le goûter

In Frankrijk heerst de goûter-cultuur. Er wordt tussen 12 en 2 's middags geluncht, maar pas tussen half 8 en 9 's avonds gegeten. Om kinderen in de tussentijd te beschermen voor de anders onvermijdelijke hongersnood, hebben de Fransen iets ingenieus bedacht: het goûter. Deze 'maaltijd' -door de hema ook wel vertaald als 'vier-uurtje'- is van oudsher een klein tussendoortje, zoals een appel of een croissantje. Inmiddels is het goûter uitgegroeid tot iets véél groters, een waar onderdeel van de Franse cultuur.

Afgelopen dinsdag was ik, zoals gewoonlijk, in de manege waar mijn tweeling paard rijdt. Ik hoorde een moeder vragen aan haar dochter of ze haar goûter al wilde. Ja, dat wilde de dochter wel. Even krachten winnen voor het vermoeiende paardrijden. Wat de moeder toen tevoorschijn haalde, was een heus buffet. Zakjes, bakken en schalen kwamen op tafel. Volgens mij had die vrouw alleen maar de auto genomen omdat ze anders het goûter niet kon vervoeren.
'Wil je beginnen met een melkbroodje, of liever met zandkoekjes?' Niet alleen was er in haar gouter-kantine genoeg eten voor een vier gangenmaaltijd, ook was er binnen iedere keus weer een keus: 'Een melkbroodje, oké. Wil je die dan met pure chocola of melkchocola?'

Terwijl haar kinderen in tien minuten tijd meer suiker en chocola wegaten dan ik in een week, keek ik naar de andere moeders. Die keken niet op of om. Ze waren niet, zoals ik, met openhangende mond aan het kijken naar de snel krimpende berg eten. Één voor één begonnen de andere moeders ook hun goûter-buffetten uit te stallen. Broodjes, koekjes, cakejes, een enkele appel of banaan... De kinderen dromden om hun moeders heen, bekvechtend om wie de lekkerste koeksoort zou krijgen.

De Parijse moeders zijn stuk voor stuk 'petite'; tenger en klein. Nog geen twee gram vet en net lang genoeg om auto te kunnen rijden. Terwijl ik hun kinderen als aasgieren om het eten heen zag gaan, stelde ik me de volgende generatie paardrijmoeders voor. Grote vrouwen van Amerikaans-achtige proporties, die niet omver worden gelopen door hun kinderen omdat ze simpelweg niet te verplaatsen zijn.
Dag Frans imago van mooie vrouwen, hallo vetgemeste generatie.

maandag 23 januari 2012

Duiven in Parijs

In New York zou alles groter zijn. Wolkenkrabbers, de maat van hamburgers en het gemiddelde ego. Nou ben ik daar nooit geweest, maar volgens mij kunnen ze er in Parijs ook wel wat van, dat groot zijn.
En met ‘ze’ bedoel ik dan de duiven hier. Die zijn namelijk niet hetzelfde als in Nederland.

Ik was laatst vanaf huis op weg naar de Eiffeltoren. Lopend, wat het regende niet en ik heb hier meer lichaamsbeweging nodig om te compenseren dat ik af en toe een patisserie plunder.
Al lopend kwam ik al heel wat duiven tegen. In grote massa’s vechtend om een stukje brood, voor je voeten lopend, of zittend op een luchtrooster. Wie in Parijs woont, raakt daar snel aan gewend, net zoals iemand op de Dam went aan duiven. Je raakt gewend aan de kleur, het loopje en de grootte van de gemiddelde duif in je omgeving. De Parijse duif heeft in normaal arrondissementen de grootte van een flinke cavia. Jeweetwel, zo’n dikke.

Hoe dichter ik bij de Eiffeltoren kwam, hoe meer verschillen ik zag. De duiven werden brutaler en groter. Rond toeristische attracties heeft de gemiddelde duif de grootte van een halve kat (formaat Garfield). Ze kijken gelukzalig uit hun kraaloogjes, volgepropt met stukjes crêpe en koek van de toeristen. Ze waggelen wat rond en bestormen af en toe een toerist die een kruimeltje laat vallen. Ze staan samen in groepjes, alsof ze aan het overleggen zijn welke toerist ze hierna zullen belagen.

Dan besef ik het, dat is vast niet het enige waar ze het over hebben. Die beesten zweren samen. Angstig kijk ik van de ene groep duiven naar de andere. Misschien zijn het wel verschillende gangs uit noord- en zuid-Parijs, die straks gaan rellen vanwege een oude vete. Misschien zijn ze juist samengekomen om hun meningsverschillen bij te leggen en zich te verenigen tegen De Mensheid. Misschien is vandaag wel de dag dat ze besluiten met z’n allen de kleding van toeristen en andere rondlopenden te verpesten met hun uitwerpselen.
Ik wil net naar mijn veilige kamer terug gaan vluchten, als er een soldaat langs komt gelopen. Een brede, gewapende soldaat. Opeens word me duidelijk dat de stoere legermannen ook niet alleen voor de toeristen bij de Eiffeltoren staat. De Franse overheid is op de hoogte van het gevaar dat de duiven vormen in Parijs. Zodra het lijkt dat de duiven overgaan tot actie, zullen de legermannen vast geen seconde twijfelen om hun gehele voorraad munitie te legen op deze vliegende ratten. Gelukkig, ik ben weer veilig.

zondag 15 januari 2012

Les soldes

Woensdag 11 januari zijn les soldes* begonnen. De data van de tweejaarlijkse grote uitverkoop worden hier door de overheid vastgesteld. Een bonne idée* als je het mij vraagt, zo weet het Franse vrouwvolk tenminste waar het aan toe is.

Woensdag was de eerste dag van de uitverkoop, dus zat ik al bijtijds in de metro. Eenmaal uit de metro en op weg naar het centre commercial* van Montparnasse, merkte ik dat ik toch net iets sneller liep dan normaal. Nonchalant hield ik mijn mogelijke concurrentie in de gaten. Oude dametjes en dikke wijven zouden geen probleem vormen. Als ze al achter kleding in mijn maat aan zouden gaan, zouden ze makkelijk uit te schakelen zijn door het afpakken van een wandelstok of door het gooien van worstjes. Mijn leeftijdsgenoten hield ik echter goed in de gaten. Ik observeerde hun kleding om te bepalen of het werkelijk concurrentie zou kunnen vormen.

Terwijl in mijn hoofd zich talloze scenario's afspeelden (waarbij grof geweld werd gebruikt om dat prachtige paar schoenen/dat toffe shirtje te bemachtigen), merkte ik dat mijn concurrentie ook sneller begon te lopen. Steeds sneller lopen we samen op de deur af, tot we in een semi-sprintje de laatste 5 meter afleggen. Ik heb geluk en kom als derde aan. La pauvre fille* die er het eerst kwam wordt door de almachtige etiquette gedwongen de deur voor de rest open te houden. Vreemd genoeg neemt niemand de deur van haar over. Wel wordt er liefjes 'merci' geglimlacht, om vervolgens het winkelcentrum in te stieren.

Eenmaal binnen begint mijn hart sneller te kloppen. Dit is de kortinghemel! Geen lullige kortingen van 15 procent of 'derde artikel voor de halve prijs', dit is het echte werk. 50 tot 70 procent, dáár krijg je mensen mee naar je winkel. De meisjes waarmee ik binnen kwam sprinten meteen alle kanten op, hun boodschappenlijst al in de hand. Zelf weet ik niet meer zo goed wat er toen gebeurde. Ik herinner me vaagjes wat pashokjes, de grote borden met '-70%' en die vervelende brunette die dat leuke shirtje voor mijn neus wilde weghalen. Daarna zit er een groot gapend gat in mijn geheugen.

Als ik bijkom zit ik op de grond in mijn kamer. Ik ben omringd door tassen en voel me alsof ik een marathon heb gelopen en gewonnen. Dromerig glimlachend begin ik mijn spullen uit te pakken, terwijl ik mezelf afvraag hoe die pluk bruin haar in mijn hand terecht is gekomen.


Leer Frans met Eva
les soldes - de uitverkoop
le centre commercial - het winkelcentrum
la pauvre fille - het arme meisje

dinsdag 10 januari 2012

Les escargots

Laatst zat ik in een restaurant. Het was een mooi restaurant, heel Frans. Geruite tafelkleden, kaarsen op tafel, en een ober die waarschijnlijk Jean-Pierre heette. Terwijl ik tevreden om me heen keek, bleef mijn blik opeens hangen. Mijn hart begon sneller te kloppen en mijn maag keerde zich al bijna om. Ik was geplaatst naast een koppel. Een Frans koppel.

Bijna besloot ik meteen weer op te stappen, maar mijn honger haalde me over toch te blijven zitten. Ik wist meteen al dat het een zwaar uur zou worden.
Verschrikkelijk, die Franse stelletjes. Meer aandacht voor elkaar dan voor het heerlijke eten waar de kok net met bloed, zweet en tranen op heeft zitten ploeteren. Terwijl ik me totaaaal niet erger aan hun gedrag eet ik mijn voorafje weg. Het stelletje had betere dingen te doen dan genieten van hun plat*. Terwijl ze elkaar diep in de ogen keken, stopten ze af en toe een hapje in hun eigen mond of die van de ander. Hun gedachten zijn duidelijk niet bij het culinaire hoogstandje dat ze zo gedachtenloos wegeten.

Mijn hoofdgerecht wordt gebracht. Het stel is inmiddels begonnen met praten en de koosnaampjes vliegen me om de oren. Mijn lieveling, mijn schat, mijn kippetje, mijn bloemkool, mijn vlooi... Wat!? Ik probeer me te concentreren op mijn heerlijk malse kip met champignonsaus, maar het gekwijl is niet buiten te sluiten.

Als ik mijn kip bijna op heb, werp ik een blik op Meneer en Mevrouw Escargot*. Meneer hangt met zijn arm over tafel en streelt het gezicht van Mevrouw. Met zijn arm hangt hij gevaarlijk dicht bij zowel de romantisch brandende kaars als zijn fragiele glas wijn, maar hij lijkt het niet te merken. Mevrouw houdt liefkozend zijn hand vast. Ze lijkt het zelfs niet erg te vinden als Meneer teder een beetje saus van haar wang veegt, wat daar al de halve maaltijd zat. Door hun positie kunnen geen van beiden meer eten, maar dat maakt natuurlijk niet uit. Ze hebben hun buik toch al vol vlinders.

Ik ben inmiddels met mijn dessert bezig, en hoop dat ik snel kan betalen. Dit gaat te fur.


Leer Frans met Eva
un plat - een maaltijd (hoofdgerecht)
escargot - slak

donderdag 5 januari 2012

The most wonderful time of the year

Niet kerst, maar de week na oud & nieuw vind ik de mooiste tijd van het jaar. Alle kerstverlichting hangt nog, al het kerstlekkernij ligt nog een krappe week bij de bakker en zelfs sommige kerstmarkten blijven voor de leuk wat langer geopend. Het leukste vind ik echter de mensen.

‘Bonne année!’ roept de bakkersvrouw vrolijk als je je bestelling wilt doen. Normaal is ze chagrijnig en doet ze net alsof ze je niet snapt, alleen omdat ze wéét dat je pas d’ici bent. Nu verschijnt er echter een lach op haar gezicht, en ze lijkt het nog te menen ook.

‘Bonne année!’ glimlacht de buschauffeur. Normaal gesproken kijkt hij nijdig naar je kinderen, met een waarschuwende blik. ‘Maak mijn bus kapot en ik maak jullie kapot’, zo’n blik. Nu groet hij iedereen persoonlijk en krijgt het omaatje voor me zelfs een knipoog.

‘Bonne année!’ grijnst de slager die niet lijkt te snappen dat mijn ogen in mijn hoofd zitten en niet 30 cm eronder. Thanks slager.

‘Bonne année!’ lacht de schooljuf van mijn kids. Ze is net zoals altijd goed verpakt in een winterjas, drie sjalen en een dik paar handschoenen, maar doordat ze iedereen zo vaak een gelukkig nieuwjaar wenst, zien haar lippen eens niet blauw van de Parijse kou. ‘Bonne santé et que du bonheur!*’ wenst ze je toe.

 Bonne année à tous. Het is nog net geen driekoningen en dus de laatste dag dat het mag. Ik hoop dat jullie het allemaal heel vaak hebben gezegd, en dan vooral alsof je het meent. Dat het maar een goed jaar mag worden:)

Leer Frans met Eva
Bonne année - gelukkig nieuwjaar (goed jaar)
bonne santé et que du bonheur - (op een) goede gezondheid en alleen maar goeds

woensdag 4 januari 2012

Paardrijden en park

Het is een doordeweekse dag. Na het ontbijt haastten de kinderen zich met hun moeder naar school. Zodra de au pair hen ophaalt, is de vraag meteen ‘On va au parc*?’

Helaas, op de meeste dagen houdt de strenge au pair zich aan de afspraken die ze met paps en mams heeft gemaakt: Eérst thuis huiswerk maken, dán naar het park. De kinderen kennen deze regel best, maar eenmaal thuis zijn ze soms toch niet vooruit te branden als het gaat om het maken van huiswerk. ‘Mais je veux aller au paaaarc’, is een veelgehoorde uitspraak.

Op gelukkige dagen is er na het huiswerk ook echt nog tijd voor het park. Op ongelukkige dagen er geen tijd voor het park. De au pair houdt zich dan niet bezig met checken of de kinderen wel lief met elkaar spelen. In plaats daarvan besteedt ze tijd aan het meezeulen van twee mokkende kids die naar het park willen, de hele stad door. Ze brengt ze naar tennis, judo, pianoles, ballet en paardrijden. Dat laatste is het ergste, paardrijden. Paardrijden is het toppunt.

 Op paardrijdagen gaat de au pair al wat vroeger naar het appartement van haar familie. Daar zoekt ze paardrijlaarzen, caps en zwepen bij elkaar, om dat vervolgens in twee tassen te krijgen. Tickets voor het openbaar vervoer mogen niet vergeten worden, en al helemaal het heilige goûter niet. Goed, de au pair gaat bepakt en bezakt de deur uit. Eenmaal bij de school van de kids haalt ze ze zo snel mogelijk uit de handen van de juf, en mee naar de bushalte (Het verbaasde ‘on va pa au parc?’ komt iedere week weer terug, ook al is er al vanaf het begin van het jaar op dinsdag paardrijden). Daar is het even wachten op de bus, die ze in een kwartiertje naar de juiste tramhalte brengt. Tussen het geklets over de dag door zijn de meest gehoorde zinnen ‘niet je ticket vouwen’ en ‘nee, je goûter is voor ná paardrijden’. Ook ‘let op andere mensen!’ is een veelgehoorde, als de kinderen in hun gespeel niet doorhebben dat ze oude vrouwtjes omver lopen of mannen in pak bijna een oog uitsteken met hun paraplu.

Na de tram is het een minuutje of tien lopen, en dan is het ergste wel over. Paardrijden is voor de au pair een rustig uurtje waarin iemand anders de verantwoordelijkheid heeft (al blijven moeders wel angstvallig goed opletten sinds er een kind van haar paard afdonderde en bijna vertrappeld werd). Na paardrijden komt de vraag terug: ‘On peut aller au parc?’ Helaas, alweer niet. Robin heeft exact een uur later judoles, en het drietal is nog lang niet thuis. Na de RER en metro te hebben genomen zijn ze weer bij hun eigen metrohalte en kunnen ze doorlopen naar judo. ‘Zijn we vroeg?’ vragen de kids. ‘Kunnen we dan nog even naar het park?’ De au pair begint zich inmiddels een gemene stiefmoeder te voelen, maar omdat we nooit te vroeg maar precies op tijd zijn, kunnen we niet naar het park.

Na judo is het buiten al donker. De au pair verwacht de gevreesde parkvraag waarop ze wéér nee moet zeggen, maar die komt niet. ‘Laten we maar gauw naar huis gaan’, zegt Axelle. ‘Ik wil niet naar het park als het donker is’.

Leer Frans met Eva
On va au parc? - gaan we naar het park?