donderdag 29 september 2011

Francois en Jean Pierre

'Pas je op voor de Franse jongens’, riep iedereen voor ik vertrok. ‘Niet blijven hangen met Jean-Louis he!’ Dat was toen allemaal leuk en aardig, maar eenmaal hier wens ik dagelijks dat er tenminste een Jean-Louis wàs om bij te blijven hangen.
Alle Frans-franse namen zijn tegenwoordig namelijk uit, blijkt. Ouders noemen hun kinderen niet meer Claude of Jaqcues, neeee. Tegenwoordig zijn ouders origineel, en doen ze alles weer net even anders. Het lijkt Hollywood wel: Ze geven hun kinderen dure namen, speciale namen. Namen die ik verdomme hartstikke lastig te onthouden vind, laat staan dat ik ze uit kan spreken.

Ook het feit dat er hier een paar ton buitenlanders rondloopt, helpt niet. Hun namen zijn al net zo onuitspreekbaar. In het park kan ik best gezellig kletsen met de buitenlandse nanny’s en au pairs, al is het in matig Frans. However, zodra er een voorstelrondje aankomt, bereid ik me al voor. Ik let extra goed op en herhaal de klanken in mijn hoofd. Zodra de naam gezegd is herhaal ik hem nog een keer, om te zien of ik het goed gehoord heb. Dit is zelden het geval.

Ook met niet-au pairs heb ik geen geluk. Dankzij mijn blonde haar (en het feit dat ik een vrouw ben, gok ik) word ik best vaak aangesproken door de mannelijke bevolking. Wisselend van tandloze zwervers tot knappe studenten, van bouwvakkers tot zakenmannen met pauze, ze zijn hier allemaal èrg sociaal aangelegd. Zelfs bij de knapste Franse jongen is dat lang niet altijd leuk, zeker niet als het gesprek begint met voorstellen. Als ik onhandig een naam herhaal, wordt er nog vriendelijk gelachen, alsof ik helemaal niet net een naam verbaal verkracht heb. Maar als ik vijf minuten later afscheid neem van welke Fransoos dan ook, ben ik zijn naam alweer vergeten. Het was in ieder geval niet Jean Pierre.
Blij dat ik Eva heet, dat kan iedereen gewoon uitspreken hier.

zondag 25 september 2011

Mijn internationale week

In Nederland kijk je een Amerikaanse film of bestel je Chinees eten. Hier in Parijs neem ik internationaal leven to the next level.
Mijn week begon goed. Maandag in het park ontmoette ik een Duitse au pair, die hier maar twee weken bleek te zijn (ter vervanging voor een ander). Al Frans kletsend vertelde ze dat ze graag nog naar een Franse cinéma* wilde, voor ze terug zou gaan. Of ik meewil? Bien sûr*!
Thuis heb ik mijn oudste geholpen met zijn Duitse huiswerk (ja, echt!). We praten aan tafel inmiddels drie talen, Engels, Frans, en tussendoor kleine beetjes Duits.

Dinsdag ging ik lunchen met een au pair Colombienne*, die ik via de contactlijst van mijn organisatie had gevonden. Ze woont niet ver van hier, dus dat was makkelijk qua reistijd. Lekker geluncht in een Franse bistro.
’s Avonds had ik de vaste borrelavond met mijn Nederlandse au pair buddies, lekker moeiteloos ratelen in het Nederlands.

Woensdag ging ik naar de film met de Duitse au pair. De film was Frans en niet ondertiteld, en dat was bèèèst lastig. Achja, het is heel aardig gegaan. (Voor de geïnteresseerden: Het was een heel aparte film, l’apollonide genaamd. Over het leven van een stel hoeren, maar dan zonder de flair van Moulin Rouge.)

Donderdag heb ik ’s ochtends gepicknikt met een aantal Nederlandse au pairs. Franse baguettes* met Nederlandse beurre de cacahuètes* kunnen eten, heerlijk. Ik mis goede pindakaas in dit land! ’s Middags in het park raakte ik aan de praat met een lief omaatje. Ze bleek Oostenrijks te zijn, en een kleinkind te hebben op dezelfde school als ik mijn kinderen heb. Dit gesprek was weer en Anglais*, omdat ze hoorde dat ik Engels praatte met mijn oudste.

Vrijdag heb ik een eind weg gekletst (in het Frans!) met eerst een au pair Algérienne*, en later een moeder uit Gabon. Vooral met de tweede was het gezellig, ik begin al steeds meer gezichten en mensen te (her)kennen in het park.
Ook was de oudtante van de kinderen er thuis even. Wederom blabla in het Frans, en ik kreeg een complimentje over mijn niveau Frans en au pairskills(‘ik heb al heel wat au pairs meegemaakt, maar je doet het echt goed’, zoiets). Yeah!

Zaterdag, gisteren. Ik ben koffie gaan drinken met een jongen die van Mauritius komt, en heb ’s avonds Italiaanse pasta gegeten met een stel Nederlandse au pairs. Voor het etentje ben ik voor het eerst afgereisd naar de banlieu* van Parijs, waar mensen een tuin hebben , en uitzicht op de stad in plaats van op een muur oid.

Zondag, vandaag. Ik ga vandaag lekker naar buiten met een stel Nederlandse au pairs, want het wordt supermooi weer. Van de verdere plannen heb ik geen idee, maar ik zie het allemaal wel. Best leuk leven hoor, zo in Parijs:).  
Leer Frans met Eva
Cinéma – bioscoop
Bien sûr – natuurlijk
Colombienne – colombiaans
Baguette – stokbrood
Beurre de cacahuètes – pindakaas
En Anglais – in het Engels
Algérienne – Algerijns
Banlieu – buitenwijk

woensdag 21 september 2011

Neusje van de zalm

Frankrijk is een land van neuzen. Echte Franse mannen onderscheid je direct van immigranten, allemaal dankzij hun neuzen. Het mega-neuzen-gen wordt hier van vader op zoon doorgegeven.
Ik heb verschillende theorieën over dit neuzenfenomeen. Allemaal zijn ze even goed doordacht en onderbouwd.

1. Wanneer een Franse werknemer promotie maakt, krijgt hij er plastisch chirurgie bij cadeau.

2. Dát, of zijn neus groeit spontaan van trots, na het krijgen van eerder genoemde promotie.

3. Dát, of je komt als Fransman gewoon alleen in aanmerking voor een promotie als je neus reusachtig-genoege proporties heeft.

Franse mannen worden dan geacht niet alleen hun diploma’s en werkervaring op hun cv te vermelden, maar ook de hoogte en breedte van hun reukorgaan. Werkgevers met grote neuzen weten op deze manier direct of ze een carrièremaker voor zich hebben, of iemand die het slechts tot koffiejongen gaat schoppen. Dit neuzensysteem is goed bedacht en werkt feilloos.

Het komt erop neer dat alle Franse mannen met een goede positie zo’n uitstekend gevaarte op hun gezicht hebben, dat hun €500-pak van bekende designer niet meer opvalt.

Naast het grote-neuzen-gen wordt trouwens ook het kleine-monden-gen van vader op zoon doorgegeven. Veel Franse mannen hebben een kleine mond, waarschijnlijk om die enorme gok te compenseren. However, hier heb ik verder nog geen goede theorieën over bedacht, dus dat bewaar ik voor later.

Leer Frans met Eva
Omdat volgende week school begint, is deze post geheel in het Nederlands geschreven. De volgende post staat mogelijk vol Franse termen, dus dit is alvast-compensatie. Geniet ervan.

donderdag 15 september 2011

Ik kan het, ik kan het.. Ah nee, ik bak er niks van

Frans leren gaat met vallen en opstaan. De eerste keer dat les petites* me vroegen of ze hun trottinet* mee mochten nemen, had ik geen idee waar het om ging. Toen Axelle een week later vroeg of ik haar casque* aan wilde geven: Hetzelfde.

Dankzij de kids (Eliott als letterlijke tolk, de kleintjes met hun de-au-pair-is-verstandelijk-beperkt-e ‘troooot... tieeee… net! Trottinet! *gebaar*gebaar*’) leer ik een hoop nieuwe woorden. Dankzij het lezen van Franse boeken (Dankzij ‘Arry Pottèr weet ik dat een baguette* niet per se brood hoeft te betekenen) weet ik ook hoe je een hoop dingen spelt of zegt. Op deze manier leer ik dagelijks toch heel wat bij. Aan tafel begrijp ik 80-90% van wat er gezegd word, en ik was eigenlijk best trots op mijn vooruitgang.

Totdat. Tamtamtam. Ik omging met Franse jongeren.
Ik was rustig aan het facebooken toen ik plots gebons op mijn deur hoorde. ‘C’est qui*?’ riep ik als volleerde Franse. Geen antwoord. Toen ik opendeed bleek het Adrien te zijn, mijn huis/verdieping-genoot. ‘Vould you like too ‘ave zome drink wiz uz?’ was de vraag. Oh my, dacht ik. Comprehension oral op mijn vrije woensdagavond? Mais bien sur*!

Op zijn kamertje waren nog 4 andere jongens; 3 vrienden en een andere ‘nieuwe’ op onze verdieping. Allemaal afkomstig uit Zuidfrankrijk, hier om te studeren of om te werken. Na een awkward momentje omdat de jongens me meteen begonnen te zoenen (en dan twee zoenen en geen drie. Awkward momentje2) werden de flesjes Heineken opengemaakt en het gesprek begon.

Oke, fock. Mon Dieu*, ik snapte gewoon hélemaal niks! Nooooon*, alle moed zakte me in de schoenen. Dacht ik een beetje Frans te kunnen kletsen, blijkt dat iedereen gewoon 20x zo langzaam tegen me praatte, al die tijd.
Adrien was gelukkig zo attent om mijn omgwtf-hoofd op te merken, en begon een beetje naar Engels te vertalen. Zijn Engels was oké, beter dan het Engels van zijn vrienden. Ze probeerden langzaam te praten en pakten soms Google Translate erbij, maar het hielp niet veel. Gelukkig konden ze er wel om lachen, het arme Nederlandse meisje die er niks van begreep.

Toch was het eigenlijk een hele leuke avond, ondanks dat het qua taal niet erg wilde lukken. Met behulp van handen en voeten en een soort pictionary op Adrien’s whiteboard konden we elkaar toch veel duidelijk maken.


Aja, toch nog maar flink doorlezen en leren. Blij als school begint (wie had gedacht dat ik dat ooit zou zeggen).

Leer Frans met Eva
les petites – de kleintjes (A+R)
trottinet – de step
casque – de helm
baguette – brood (maar dus ook : toverstok)
c’est qui? – wie is daar (het is wie)?
mais bien sur – maar natuurlijk
mon dieu – mijn god
non – nee

maandag 12 september 2011

La vie quotidienne - 12 september 2011

Het lijkt nog maar afgelopen weekend dat mijn ouders en zus me moederziel alleen in Parijs achterlieten. Ik had pas une idée* wat ik zou gaan doen en hoe ik me zou gaan redden. Ik zit hier nu ongeveer 2,5 week. De stand van zaken?

Kennis van Parijs:
Ik ben verdwaald geraakt! Plusieurs fois* zelfs, ik geloof een keer of vier nu. Ik ben begonnen met mijn eigen arrondissement, mijn wijk hier, te verkennen. Die is behoorlijk groot, dus er viel genoeg te zien. Ik ken inmiddels de straten rond mijn eigen avenue en weet de snelste route naar de winkelstraat en een kraampje waar de crêpes betaalbaar zijn.

Inburgeringsproces:
Ik heb een Frans mobieltje met een Frans nummer, ik heb een kaart voor de Parijse bibliotheken, en sta ingeschreven voor een talencursus. Mijn semester begint eind september/begin oktober, en ik heb vanaf oktober ook gratis OV (YEAH). Ik ben in staat een soort-van-praatje te maken met Franse mensen, al snap ik dan alleen de ruime lijnen van het verhaal.
Toeristenfactor:
Oke, ik ben nog wel een dikke toerist. Van het weekend heb ik oooh- en aaaah-end bij de Sacre Coeur gestaan, en verder plan ik ook andere uitjes naar toeristische plekken. Het graf van Napoleon, de Notre Dame, het cafeetje van Amélie, de Eiffeltoren (duh)..Ik heb al wel wat gezien, maar het to-see-lijstje is nog mijlenlang. De toeristenfactor zal voorlopig dus nog wel hoog zijn.

Sociaal:
Ik heb vrienden! Ik ga ieder weekend –en soms doordeweeks- er op uit met andere Nederlandse au pairs. Ik ben nog steeds van plan ook te gaan meeten met niet-Nederlandse au pairs om mijn Frans op te krikken, maar de groep die we nu hebben is ook erg gezellig. We hadden elkaar als niet-au pairs misschien nooit aangesproken, maar met de meeste mensen klikt het goed. Sommige van hen ken ik nu ongeveer twee weken, anderen pas sinds twee dagen. Het is ontzettend gaaf te merken dat we als groep ‘samentrekken’. Problemen met de kinderen, de ouders, de taal of iets anders? De hele groep probeert te helpen. Ik ben erg blij dat ik ze ken, ik ben hier in ieder geval niet Koos vriendloos:).

De kids:
Les enfants* zijn me nog erg aan het uitproberen. Robin is een echte clown, en ik kan zijn snelle Franse grapjes en monologen vaak niet eens bijhouden. Hij luistert over het algemeen goed, hij heeft zoals alle kinderen wel zijn buien. Axelle is iets pittiger. Het ene moment zit ze in een Eva-is-leuk-bui en kunnen we bavarder*, chanter* of jouer des jeux* ensemble*. Het volgende moment heeft ze een Eva-is-stom-en-ik-puber-bui, en dan... Gaat het allemaal wat lastiger. Ik denk dat het uitproberen zijn piek nog niet heeft bereikt, en ik bereid me mentaal voor het moment dat les petites* echt losgaan.

Eliott is erg zelfstandig, hij kan prima een hele middag op zijn kamer zitten met zijn geliefde computer. Toch is hij ook wel van de gezelligheid, hij komt soms kletsen als ik sta te koken of als hij net uit school komt. Op het moment dat ik over les devoirs* begin (of beter: het maken ervan) druipt hij meestal wel af.

Heimweefactor:
Ça va. Ik heb al wel een heimwee-aanvalletje gehad, maar ik heb mezelf er bovenop kunnen helpen:). Nogmaals, ik ben heel blij met de vrienden die ik hier heb gemaakt. Doordat we er samen veel op uit gaan voel ik me toch een beetje thuis met mijn eigen taal, en heb ik mensen op wie ik terug kan vallen.

Nouja, jusqu’à maintenant gaat het dus eigenlijk wel prima. De kinderen luisteren over het algemeen, de ouders zijn erg aardig, ik heb een leuke vriendengroep en snap het metrosysteem prima. Mijn leven is leuk en ik red me prima. Hoera!
Leer Frans met Eva
pas une idée - geen idee
plusieurs fois - meerdere keren
les enfants - de kinderen
bavarder - kletsen
chanter - zingen
jouer des jeux - spelletjes spelen
ensemble - samen
les petites - de kleintjes (A+R)
les devoirs - het huiswerk

zaterdag 10 september 2011

Only because I look so good

Ik liep laatst over de markt. Kramen in overvloed: du fromage*, du poulet* die ze ter plekke voor je aan stukken snijden, des légumes*, fruit… Marktmannen overbluffen elkaar in rap Frans met hun geweldige prijzen. Prachtig. Zo lelijk als ‘TIEN TULPEN VOOR VIER ÉÚRO, TIEN TULPEN VOOR VIER EURÓ’ in het Nederlands klinkt, zo mooi klinkt het in het Frans. Iedere vrouw die mogelijk een huisvrouw is (lees: die boven de 35 is) wordt persoonlijk aangesproken en overgehaald door een aankoop door de charmante marktmannen.

Enfin, ikzelf kijk niet naar groenten of bloemen. Ik kijk naar des chaussures*. Des chaussures et des sacs*. Zodra ik even stil blijf staan bij een kraam, komt er direct een verkoper naar me toe. Een jonge gast, van een jaar of twintig. Een Indiër. Zijn naam spreek je uit als Amèn, en we kletsen een beetje in Frans en Engels.
Tijdens de smalltalk wordt al snel duidelijk dat we allebei ergens op uit zijn: Hij op mijn telefoonnummer, ik op korting. We kletsen wat over Frankrijk, over wonen in Parijs en de Franse taal. Jawel hoor, terloops vraagt hij of ik al een Frans nummer heb. Helaaaaaas, opeens heb ik dat nog niet. Echt heel jammer, want anders had ik misschien wel héél even nagedacht voor ik 'nee' zou zeggen.

Nu is het mijn beurt.
Weifelend kijk ik naar de tas die hij eerder voor me van een rek heeft gehaald. Ik herhaal nog eens dat ik pas nèt in Parijs ben, en dat dat tientje misschien toch net teveel is. ‘Het arme au pair-leven’, glimlach ik met mijn beste geef-me-toch-korting(-verdomme-)blik. Nog voor hij iets zegt weet ik dat ik gewonnen heb. Die korting is van mij. Hij kijkt even om zich heen en ziet zijn baas niet in de buurt staan. ‘Only because you look so good’, komt er in Indiaas-Engels uit. Ik glimlach liefjes, en geef hem de tas om te verpakken. Stralend bedank ik hem wanneer hij me mijn tas teruggeeft. ‘Tot volgende week?’ vraagt Amèn hoopvol. Tuurlijk. Als je nieuwe tassen hebt.

Leer Frans met EvaVous êtes vraiment très jolie - u bent echt erg knap
le fromage - de kaas
le poulet - de kip
les légumes - de groenten
les chaussures - de schoenen
le sac - de tas

dinsdag 6 september 2011

à la bibliothèque

Franse mensen houden van lezen, schijnt. Joh, als je 58 bibliotheken in één stad propt, móét je het bijna wel leuk gaan vinden. Met één pasje kan je in elke bieb terecht, superhandig. Je kan 20 boeken per keer meenemen (that is: als je dat meegezeuld krijgt), en mag ze drie weken houden. Topsysteem.
De pasjes zijn ook erg mooi. Ik heb er laatst ook één gehaald. Donkerblauw zijn ze, met mooie witte  letters, en je naam op de achterkant. Schitterend. Met zo’n pasje ben je net even beter dan de rest, iedere keer dat je hem in de omgeving van een bieb nonchalant tevoorschijn haalt. Niet per se omdat je naar binnen gaat, maar gewoon zodat iedereen even ziet dat jij een biebkaart hebt. Je ziet hun jaloerse blikken. ‘Gaat ze weer hoor, met haar biebkaart. Ze denkt zeker dat ze beter is als ons’.
En inderdaad, want met deze biebkaart onderscheid ik me van de minder literair begaafden in de stad. Ik verhef me boven de andere migranten die proberen Frans te leren via de Franse Metro of tvshows. Ik doe niet aan die oppervlakkige prullaria. Ik haal boeken.
Bóéken, met een kaft en letters. Met een auteur die bekend is, en bovendien heel Frans. Boeken waar een citaat achterop staat van een bekend recensent, die het boek looft in een woordenkeus waar je u tegen zegt. Prachtig, zulke boeken. Alles zit erin, paginanummers, een voorblad. Ongelooflijk.

Prachtige voorkant, ook dat nog. Jeweetwel, met veel kleur. Een mooie tekening bijvoorbeeld, en dan staat de titel er ook nog op. De uitgever trouwens ook, met zo’n mooi logo erbij. Topgasten, die uitgevers. Vakmannen.

Vandaag in de bibliotheek voelde ik me geheel in mijn element. Ik liep achteloos langs de studerende studenten, knikte terug naar de bibliothecaresse alsof ik nooit naar een andere bieb ben geweest, en pakte zelfverzekerd een boek uit de kast. Ja, dat boek zou ik gaan lezen.
(Later bleek het boek in kwestie erg saai te zijn, dus ik heb het teruggezet en in plaats daarvan een Franse shopaholic gehaald. En Harry Potter. En nog een boek dat er wel oké uit zag. Het laatste boek is echt Frans, FransFrans en niet vertaaldFrans. Ik word een topimmigrant.)

Leer Frans met Eva
à la bibliothèque - in de bieb

vrijdag 2 september 2011

Vous n'êtes pas d'ici...

Van de week heb ik me ingeschreven voor een talencursus. Dat hoort, als je niet wil blijven rondlopen als een Pool in Nederland. Uit een lijstje met opties heb ik voor Institution Française gekozen.
Goed, ik erheen.

Eenmaal daar word ik in heel langzaam onderbouw-Frans geholpen. 'Voulez-vous vous inscrire*?', vraagt een bebrilde man, terwijl hij doet alsof hij wat opschrijft. Ik knik, en de man gaat verder: 'Vous avez fait un test*?'. Wederom het schrijfgebaar. Als ik antwoord dat ik de test nog niet heb gemaakt, maar daar juist voor ben gekomen, glimlacht de man. Het is een vervelende glimlach. Een nou-meisje-dan-zal-ik-jou-wel-eens-eventjes-helpen-grijns/glimlach. Als hij me vervolgens geruststellend vertelt dat 'c'est pas dif-fi-cile, c'est fa-cile*', besluit ik dat ik hem niet mag. Ik pers er nog een beleefd bedankje uit als hij me de test geeft, en loop naar de toetsruimte.

De toets is verder trouwens niet erg moeilijk. Het mondeling dat erop volgt is lastiger. Het wordt afgenomen door een wat oudere vrouw. Ze heeft een donssnorretje en een grote moedervlek op haar bovenlip. Niet erboven, erop. Iedere keer dat de vrouw begint met praten, beweegt de moedervlek mee. Fascinerend.

Ik probeer me te concentreren op wat de vrouw zegt. Wat ik een goede oplossing vind voor le chômage*? Geen idee. Terwijl ik een antwoord in elkaar knutsel vraag ik me belangrijkere dingen af. Wat zou moedervlek zijn in het Frans? Dát zou ik eens op moeten zoeken, in plaats van van dat huis-, tuin- en keukenFrans. Moedervlek... Ik heb het eerder gehoord... Tache de la mère? Nee.

Terwijl dit levensvraagstuk in mijn hoofd blijft malen, zuig ik het ene na het andere verhaal uit mijn duim. Al mijn basisFrans gooi ik op tafel. Ik heb goede cijfers voor economie. Ik doe aan volleybal. Ik heb een paard. En een vriendje. Mijn vriendje heet A-Z-I-Z.
Opeens verklaart de vrouw dat mijn mondeling is afgelopen. Verdwaasd kijk ik op van haar bovenlip. Afgelopen?

Vrolijk verklaart de vrouw dat ik bovengemiddeld heb gepresteerd, op niveau B2. De vrouw kijkt trots, alsof ze het zojuist zelf heeft behaald. Ze lacht breed naar me, en haar moedervlek stijgt tot halverwege haar snorretje.
Ik bedank haar, en ga mijn lesschema regelen. Als ik omkijk, lacht ze nog steeds. Dan weet ik het weer. Grain de beauté*.

Leer Frans met Eva
Vous n'êtes pas d'ici - U bent niet van hier
Voulez-vous vous inscrire? - Wilt u zich inschrijven?
Vous avez fait un test? - Heeft u een toets gemaakt?
C'est pas difficile, c'est facile - Het is niet moeilijk, het is makkelijk
Le chômage - de werkloosheid
Grain de beauté - moedervlek