zaterdag 17 maart 2012

Pestkop

De tweeling en ik waren in het park. Na het goutêr waren de twee er snel vandoor gerend om tikkertje met de rest te kunnen spelen. Voor ze in de kindermassa opgaan, probeerde ik ze nog gauw terug te vinden zodat ik hun kleding kan memoriseren. Geloof me, je kan beter zoeken naar rood-vest-Robin en roze-legging-Axelle dan naar ‘twee kinderen met donkerblond haar’, te midden van 30 anderen.
Terwijl ik de gillende meute aan het observeren ben, valt mijn oog op een mollig jongetje van hooguit negen. Hij is bezig een stepje uit de handen van een ander kind te rukken. ‘Geeheef! Je krijgt hem heus wel weer terug. GEEF!’ Het duurt niet lang voor hij op het stepje wegracet. Het dikkige jongetje is duidelijk een pestkop. Ik maak een mentale aantekening om ook op groen-vest-etter te letten.

Jahoor, nog geen tien minuten later is het raak. Bollie stort zichzelf uit het klimrek en landt bovenop Axelle, die probeert de tikker te spotten. Ik verwacht nog een onverschillig ‘pardon’ te horen, maar zelfs dat kan er niet vanaf. ‘Eigen schuld!’ roept de jongen terwijl hij overeind krabbelt. Aan Axelles nijdige ‘Tu m’as fait mal*!’ heeft hij geen boodschap. ‘Je m’en fou!*’ Hop, weg is hij weer, over de speelplaats hobbelend.

Half huilend en half boos komt Axelle naar me toe om te vertellen wat ik net zelf heb gezien. Of ik met haar meega om er wat van te zeggen. Natuurlijk! Samen spotten we het stuk ongeluk dat het waagde mijn kind iets te doen, en met net niet stomende oren loop ik met haar mee.

De pestkop is net bezig een ander kind een grote bek te geven. ‘Neem me niet kwalijk’, begin ik, één en al passieve agressie. Als het dikkerdje zich omdraait lijkt hij meteen te snappen hoe laat het is. Zijn houding gaat van macho en breed naar onzeker, en hij kijkt een beetje bangig naar me op. Ik toren minstens drie koppen boven hem uit, kijk streng en heb een betraande Axelle aan mijn hand. Dit wordt een leuke minuut. ‘Ja?’ komt er zachtjes uit. Hij voelt zich nu een stuk minder zeker, da’s duidelijk.
Als ik vraag of hij degene was die op mijn kind is gesprongen, komen zijn handen meteen in verdediging omhoog. ‘Het was niet expres!’ Ja, daar heb ik geen boodschap aan, wil ik zeggen. Dan moet je beter uit je bolle hoofd kijken, etter. In plaats daarvan kijk ik nog een graadje strenger, en ik zie hem een klein stapje achteruit doen. Ik stel voor dat hij voortaan dan (verdomme) maar wat beter op moet letten. De jongen begint hevig te knikken, dat zal hij doen hoor.

Ik ben nog niet klaar. ‘Is het misschien een idee dat je je excuses aanbiedt?’ De ogen van de jongen vernauwen even, sorry zeggen vind hij niks. Omdat hij denk ik wel snapte dat hij eerder toch niet van me afkwam, besluit de jongen mee te werken. ‘Sorry’, mompelt hij. Axelle naast me inmiddels weer bekomen van de schrik/pijn en lijkt ook wel een beetje te genieten van het moment. ‘Wat zei je?’ vraagt ze vals glimlachend. Ze switcht van blik en kijkt onschuldig naar me op. ‘Ik kon hem niet verstaan, het was te zacht’. Ik moet er bijna om lachen, maar kijk in plaats daarvan verwachtingsvol naar de pestkop. ‘Sorry’, herhaalt de jongen. Boos.

Terwijl we teruglopen voel ik me best wel een Groot Mens.


Leer Frans met Eva
Tu m’as fait mal – je hebt me pijn gedaan
Je m’en fou – kan me geen flikker schelen

1 opmerking: