zondag 22 april 2012

Fietsen

Ik ben weer een weekje in Nederland! Om universiteiten te bezoeken, om vrienden en familie weer te zien en om weer heel Nederlandse dingen te doen. Fietsen bijvoorbeeld. Dat gaat hier heel gemakkelijk: schuur open, fiets eruit, en gáán. In Parijs heb ik ook al gefietst, maar dat is bij één keer gebleven..

‘Laten we gaan fietsen!’ was het voorstel. ‘Eh, oke’, dacht ik. Parijs staat vol met velibs, huurfietsen. Na een borg van 150 euro te hebben betaald kan je een van deze stalen rossen uit een parkeerplek halen. De eerste dertig minuten cross je gratis de stad door, erna betaal je een klein bedrag per uur. Heel Parijs snapt dat de kunst is je fiets weer te parkeren bínnen 30 minuten. Nadat je je fiets hebt geparkeerd pak je direct een nieuwe, om wéér 30 minuten gratis te kunnen fietsen. Stiekem zijn ze hier net zo gierig als in Nederland.

Goed, fietsen dus. Omdat er een borg van 150 euro moest worden betaald, was er geen geld voor een tweede beige ros. Dan maar met z’n tweeën op één fiets. De velibs hebben geen bagagedrager, dus gingen we voor de erna meest comfortabele optie. Dit was eigenlijk ook de enige andere optie. Ik kon op het zadel zitten en proberen mijn evenwicht te bewaren terwijl mijn fietsbuddy het fietswerk zelf deed. Het zwaarste werk was niet voor mij, maar ik ben toch minstens even bezweet geëindigd. In angstzweet, that is.

Buschauffeurs, taxi’s en andere auto’s: ze willen je allemaal dood hebben. Op de autowegen is een smalle strook gemaakt voor fietsers. Niet náást de autowegen, maar erop. Je rijdt dus op dezelfde stroken als de veel-minder-kwetsbare Franse auto’s. Terwijl enorme bussen het bumberkleef-spelletje met je spelen en taxi’s boos naar je toeteren, maken andere automobilisten enigszins onbeleefde gebaren naar je. Mijn fietsbuddy zag het gevaar niet. Terwijl horrorscenario’s zich in mijn gedachten afspeelden werd ik door de gevaarlijkste kruispunten gemanoeuvreerd, lachend en wel. Licht getraumatiseerd zat ik achterop, me vastklampend aan mijn chauffeur. Het lot was me gelukkig goed gezind, ik heb de dag overleefd. Na precies 29 minuten parkeerden we de fiets weer. Melig van de adrenaline, moe van het harde werk. Leuk, maar ik fiets toch liever in Nederland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten