dinsdag 12 juni 2012

Bikkels


Au pairs worden vaak aangezien voor vriendelijke en zachtaardige meisjes, die verantwoordelijk omgaan met andermans kinderen. Softe, lieve meisjes. Van het laatste is niets minder waar. Au pairs zijn niet soft. Au pairs zijn doorgewinterde types. Bikkels en doorzetters. Voor hun baan zeggen ze heel wat luxes op. Om een willekeurige luxe te noemen: Spinnenangst.

In Nederland riep ik als een echte dame in nood liever mijn vader/broer/willekeurig ander persoon erbij, als ik zo’n groot, achtpotig exemplaar in een hoekje van mijn kamer aantrof. Alles beter dan zelf binnen een straal twee meter bij dit ondier in de buurt komen. Ik bleef op veilige afstand terwijl mijn redder in nood het insect uitmoordde of weghaalde. Hier kan je die optie wel vergeten.

‘Evaaaaaa!’ gilde Axelle toen ik hier nog niet zo lang was. ‘Er zit een spin in het bad!’ Hopend dat het een minispinnetje was marcheerde ik op de badkamer af. Eenmaal aangekomen vond ik Axelle op de drempel, weigerend verder naar binnen te gaan. In het bad zat een dikke, vette spin. Zo eentje die én groot is, én lange poten heeft, én een dik lijf. Niet eerlijk. Hij zat comfortabel in het bad geinstalleerd, vlakbij de kraan. Naast me keken twee kinderhoofdjes naar me op. ‘Kan je hem weghalen?’

Toegegeven, mijn eerste reactie was iets van ‘nee, doe het zelf’, maar dat zei ik natuurlijk niet. Met een pokerface waar Phil Hellmuth wat zou van kunnen leren liep ik op het beest af. Mijn hart bonsde in mijn keel, mijn handen trilden. Ik merkte dat ik al een tijdje geen adem meer had gehaald. Voor ik doorhad wat ik deed, haalde mijn hand uit naar het beest. Hop, het monster was vermorzeld in mijn tissue. Ik voelde nog even de drang om het geplette diertje trots aan de kinderen te laten zien, maar daar keken ze toch nog iets te bang voor. Luchtig gooide in de prop in de prullenbak. ‘Voila, jullie kunnen in bad’. Ik liep rustig de badkamer weer uit, terwijl in mijn gedachten heldenmuziek werd afgespeeld voor mij, Eva, de almachtige spinnendoder. O yeah.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten